Thuisbatterijen steeds populairder, maar wel minder rendabel
In dit artikel:
Onderzoek van Machiel Mulder en Arjen Veenstra (Rijksuniversiteit Groningen) laat zien dat de economische meerwaarde van kleine thuisbatterijen snel verdwijnt naarmate meer huishoudens ze aanschaffen. Volgens hun berekeningen is bij het huidige aantal zonnepanelenhouders de grens bereikt waarbij, als ongeveer 15% ook een 6 kWh‑batterij koopt, arbitrage op de elektriciteitsmarkt praktisch geen winst meer oplevert. Mulder waarschuwt dat zo’n batterij “een erg risicovolle investering” kan worden.
De verklaring is technisch en economisch: bij dynamische energiecontracten gebruiken huishoudens batterijen om elektriciteit goedkoop in te kopen en bij hoge prijzen terug te verkopen. Hoe meer slimme batterijen deze handel gaan doen, hoe sterker de prijsverschillen op de markt afnemen, en dus hoe minder ruimte er overblijft voor winst. De onderzoekers hebben grote batterijprojecten buiten hun berekeningen gelaten; de opkomst daarvan zal de opbrengsten volgens hen verder drukken.
Consumentenwaakhond ACM en de Vereniging Eigen Huis benadrukken dat terugverdientijden vaak te optimistisch worden voorgespiegeld en afhankelijk zijn van veel onzekere factoren. Batterijen hebben wel andere nuttige functies: ze kunnen het eigenverbruik van zonnestroom verhogen (grofweg 30–60%) of als noodreserve dienen, maar daarvoor is een duurdere, altijd geladen installatie nodig en standaard thuisbatterijen leveren doorgaans geen stroom bij een netstoring zonder extra noodvoorziening. Conclusie: koopinteresse groeit, maar financiële beloften zijn vooralsnog onzeker.