Thijs Hoekstra's debuutroman is even cynisch als sentimenteel. Onversneden coming-of-age
In dit artikel:
Hoekstra’s roman Kuren volgt veertienjarige David, een ziek kind dat de dagen aftelt vanuit een ziekenhuisbed in Haarlem. Terwijl hij worstelt met kanker en de gevolgen van chemotherapie — onder meer de onmogelijkheid om op tijd seksueel volwassen te worden — balanceert het verhaal tussen tragiek en zwarte humor. David is een buitenbeentje, een beetje verliefd, en fel gekant tegen de schijnbaar vrijblijvende, burgerlijke creativiteitsculture om hem heen; zijn ziekte valt samen met een generatieangst die van buiten wordt verwacht, maar in zijn geval van binnen blijkt te komen.
De verteltoon is jong en direct: David spreekt de lezer vaak persoonlijk toe, overdrijft en grimast, maar blijft daardoor aandoenlijk en geestig. Hoekstra toont herkenbare scènes van liefdadige, vaak hyperbolische goedbedoeldheid — kaarsjes, lieflijke woorden, klinische clowns en een mascotte-achtige knuffel — en zet die af tegen intieme, ongemakkelijke momenten, zoals de mislukte pogingen om spermabewaring te regelen en de confrontatie met ziekenhuisporno.
Kuren leest als een coming-of-age: rauw en soms cynisch, maar ook sentimenteel. Het debuut werkt energiek binnen de conventies van het genre en onderzoekt op scherpe wijze mannelijkheid, zingeving en de performativiteit van medeleven. Artikel verschenen 15 oktober 2025 (nr. 42).