Texel vreesde herhaling watersnood van '53
In dit artikel:
In het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk kwamen donderdag ooggetuigen en nabestaanden bijeen voor de jaarlijkse oral historydag, waar persoonlijke herinneringen aan de watersnoodramp en latere stormen centraal stonden. Behalve verhalen uit 1953 kwamen ook latere gebeurtenissen aan bod, zoals de bijna-doorbraak op Texel in januari 1976: toen moesten honderden eilandbewoners hun huizen verlaten en eisten ze daarna snel een dijk op deltahoogte — die er ook kwam. In 1953 waren op Texel zes mannen omgekomen toen ze de dijk van de Eendrachtspolder probeerden te versterken.
De vertellingen worden bewaard in de vier betonnen caissons van het museum, een plek die herinnert aan het dichten van het laatste dijkgat op 6 november 1953. Elk jaar op die datum komen vooral ouderen luisteren en delen ze soms indringende jeugdherinneringen — zoals een man uit Klundert die als negenjarige lange uren op een dijk zat, of een 89-jarige grootmoeder die de kou nog zes jaar overleefde.
Het museum koppelt die mondelinge overlevering aan objecten: twee Delftsblauwe vazen die op de plek van het weggevaagde huis van Toos Timmerman uit de modder kwamen zijn zorgvuldig bewaard en vorig jaar geschonken. Kaat Nelissen uit België schonk de rozenkrans van haar vader, een soldaat die tijdens de hulpverlening niet kon zwemmen en zijn gebed altijd bij zich droeg.
Andere verhalen schetsen hoe grotere schepen dorpen redden: in Colijnsplaat fungeerden drie aardappelschepen, onder hen het schip Lead, als onverwachte golfbreker waardoor het dorp droog bleef. Een van de ooggetuigen, nu zoon van een schipper, herinnert zich het drama en de nasleep — zijn ouders kregen later een boete omdat het schip meerpalen zou hebben beschadigd.
Het museum signaleert dat steeds meer ooggetuigen wegvallen; medewerkers benadrukken daarom het belang van vastlegging. Naast de mondelinge verhalen toont het museum ook filmmateriaal, zoals de 96-jarige Rachel Dek-Dieleman die in het Zeeuws vertelt hoe ze van haar zolder werd gehaald en in Goes zo van slag raakte dat ze haar eigen naam even vergat. De dag onderstreept zowel het menselijke leed als de veerkracht en het belang van het behoud van persoonlijke getuigenissen en materiële herinneringen.