Tetanus kan dodelijk zijn, maar inenting beschermt: dit is wanneer je herhaalprik moet halen

In dit artikel:

Tetanus is een bacterie die algemeen voorkomt in de omgeving, zoals in straatvuil, dierlijke mest en grond, en kan via open wonden of dierenbeten in het lichaam binnendringen. De ziekte wordt veroorzaakt door gifstoffen die spierverkramping en ernstige complicaties zoals slik- en ademhalingsproblemen veroorzaken. Dankzij het Rijksvaccinatieprogramma, waarin tetanusvaccinatie sinds 1957 wordt gegeven, komen besmettingen in Nederland tegenwoordig zeer zeldzaam voor.

Een tetanusvaccinatie stimuleert het lichaam om antistoffen tegen de gifstoffen te vormen, wat beschermt tegen symptomen. Zelfs na een infectie is de immuniteit niet voldoende om herbesmetting te voorkomen, waardoor vaccinatie essentieel blijft. Een herhaalprik is nodig wanneer de laatste vaccinatie langer dan tien jaar geleden is gegeven. Wie niet volledig is ingeënt, krijgt direct antistoffen bij een wond of beet en daarna een reeks vaccinaties om langdurige bescherming op te bouwen.

Symptomen van tetanus kunnen zich enkele dagen tot maanden na besmetting openbaren, en behandeling met antistoffen moet zo snel mogelijk plaatsvinden om ernstige ziekte te voorkomen. Personen met een verhoogd risico, zoals dierenartsen, boeren en hoveniers, wordt aangeraden hun vaccinatiebescherming elke tien jaar te vernieuwen. Het advies is bij twijfel altijd een huisarts te raadplegen, vooral na een open wond of dierenbeet, zodat tijdig kan worden beoordeeld of een herhalingsprik nodig is.