Testgebied voor drones boven Noordzee moet drone-industrie aanjagen

In dit artikel:

Het ministerie van Defensie, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de provincie Zuid-Holland hebben op het voormalige marinevliegkamp Valkenburg bij Katwijk aan Zee een samenwerkingsovereenkomst getekend om boven de Noordzee een groot testgebied voor drones in te richten. Uiterlijk eind volgend jaar moet dit gebied operationeel zijn. Het wordt het eerste Nederlandse luchtruim waar drones mogen vliegen Beyond Visual Line of Sight (BVLOS) — dus zonder directe zichtverbinding met de piloot — waardoor langeafstandsvluchten en autonome operaties mogelijk worden.

Het voorkeursgebied ligt tussen Katwijk en de Rotterdamse haven; vanaf Unmanned Valley in Katwijk, een onderzoekscentrum voor sensortechnologie, zullen de toestellen vertrekken. Omdat in Nederland weinig geschikte testruimte beschikbaar is, was het belangrijk een locatie te kiezen waar niet boven mensen of bebouwing gevlogen hoeft te worden en waar ander luchtverkeer kan worden uitgesloten.

De initiatiefnemers willen met het testgebied de Nederlandse drone-industrie een volgende stap geven: bedrijven — onder meer productie in de voormalige VDL-fabriek in Born — kunnen hier drones en antidronesystemen ontwikkelen, bouwen en testen. Staatssecretaris Gijs Tuinman noemt dit strategisch belangrijk voor de eigen veiligheid en minder afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers; ervaringen in conflicten zoals Oekraïne tonen volgens hem de impact van drone-technologie op het slagveld.

Hoewel defensie een belangrijke gebruiker wordt, staat het testgebied ook open voor civiele toepassingen: inspectie van offshore-windmolens, beveiliging van moeilijk bereikbare locaties en het vervoeren van onderdelen naar schepen zijn voorbeelden van commerciële en maatschappelijke testcases. Volgens betrokkenen vormt het gebied een veilige oefenomgeving om later ook inzet in drukker luchtruim mogelijk te maken.