Telefónica weinig benijdenswaardig: last man standing zijn voor 2G
In dit artikel:
Toen Vodafone in Duitsland aankondigde te stoppen met 2G, bleek meteen dat Telefónica het enige overgebleven mobiele netwerk daar is dat de oude standaard nog actief aanbiedt. Die positie — de “last man standing” — lijkt aantrekkelijk maar is in dit geval problematisch. Zodra andere MNO’s of MVNO’s 2G uitschakelen, verschuift het resterende 2G-verkeer naar de netwerken die het wel blijven leveren, waardoor belasting en kosten voor die aanbieder sterk toenemen.
Ervaring uit het Verenigd Koninkrijk laat zien dat veel 2G-gebruikers vaste groepen vormen: mensen die niet kunnen of weten te migreren naar 3G/4G en veel M2M-apparaten. Voor Telefónica Duitsland is het cruciaal inzicht te krijgen in wie die gebruikers zijn, want extra roamingverkeer van niet-klanten brengt onduidelijke financiële consequenties met zich mee — afhankelijk van de voorwaarden van bestaande roamingdeals kan dat wel of niet worden gecompenseerd. Als die afspraken gunstig zijn, kan de situatie lucratief zijn; historisch vergelijkbare situaties (zoals de late fase van ISDN in Nederland) lieten zien dat een kleine groep nog flinke omzet kan genereren wanneer anderen afhaken.
Tegelijkertijd zijn de risico’s groot en moeilijk in te schatten bij een nationale dekkingsplicht. Telefónica moet afwegen tussen kortstondige extra inkomsten en het gevaar van operationele en financiële problemen, terwijl concurrenten van een veilige afstand toekijken.