Taiwan is boos op China omdat land zich Taiwanese Bevrijdingsdag toe-eigent

In dit artikel:

China houdt zaterdag in Peking een officiële herdenking van de veertigjarige bevrijding van Taiwan uit de Japanse bezetting (1945), een ceremonie die dit jaar voor het eerst als staatsviering is aangemerkt. Peking gebruikt de dag om het vertrek van de Japanners in 1945 te markeren en daarmee impliciet te benadrukken dat vasteland en eiland één historische eenheid vormen — een retoriek die aansluit bij de langjarige claim dat Taiwan onderdeel is van de Volksrepubliek.

Taiwan reageert scherp: de overheidsraad die de betrekkingen met het vasteland coördineert noemt de viering een poging het land te kleineren en het narratief te versterken dat Taiwan bij China hoort. Tijdens de plechtigheid in Peking zei topfunctionaris Wang Huning dat “vreedzame hereniging” het einddoel is, terwijl hij samenwerking als voordeel voor Taiwan benadrukte.

Achter die diplomatieke toon blijft militaire druk voelbaar: dit jaar voerde China grootschalige oefeningen rond Taiwan uit en simuleerde aanvallen op havens en energie-infrastructuur. Experts zeggen echter dat een daadwerkelijke invasie op korte termijn onwaarschijnlijk is; het Chinese leger heeft nog jaren nodig om die capaciteit op te bouwen.

Historische wortels van de vijandschap liggen in 1949, toen nationalistische troepen naar Taiwan vluchtten na de communistische overwinning op het vasteland. Taiwan, inmiddels een democratie met sterke economische banden met China, herdenkt op dezelfde datum een heel andere gebeurtenis: de overwinning bij Guningtou in 1949, toen nationalistische strijdkrachten een communistische landing wisten af te slaan.