'Taakgerichte' Bol doet geen WK-voorspelling: 'Ik denk niet in medailles, maar races'

In dit artikel:

Femke Bol komt in Tokio aan de start als regerend wereld- en olympisch kampioen en is het opvallende uithangbord van de Nederlandse ploeg. Ze mikt op drie medailevenementen: de 4x400 meter gemengde estafette (vanaf zaterdag), haar hoofdnummer de 400 meter horden over een week, en de afsluitende 4x400 meter voor vrouwen. Bol presenteert zichzelf vooraf vooral als taakgerichte atlete: ze focust op concrete verbeterpunten per race in plaats van op medailles.

Op de 400m horden is ze titelverdediger en in uitstekende vorm — ze won recent haar dertigste Diamond League-wedstrijd op rij en het klassement voor het vijfde jaar op rij — maar haar belangrijkste concurrente Sydney McLaughlin-Levrone ontbreekt op dit nummer, zij concentreert zich in Tokio op de ‘platte’ 400 meter. McLaughlin-Levrone is wereldrecordhoudster (50,37) en heeft Bol in hun onderlinge duels vaker verslagen; Bol noemt haar afwezigheid jammer omdat McLaughlin haar scherp houdt.

Toch ziet Bol genoeg tegenstand: Dalilah Muhammad en Anna Cockrell, beiden historisch snel op de horden, zijn wel aanwezig en vormen serieuze bedreigingen — Muhammad zou extra gemotiveerd zijn in wat mogelijk haar laatste jaar op topniveau wordt. Bol benadrukt dat haar mentale werkwijze haar helpt: ze deelt elke race op in beheersbare taken (bijvoorbeeld scherp starten en de eerste drie hordes technisch goed aanpakken), en beoordeelt succes meer op uitvoering dan op de klok. Ze erkent ook dat je bij een overwinning mag genieten — een les die haar ouders haar bijbrengen — en herinnert aan haar soms nerveuze wereldtitel uit Boedapest, toen de opluchting pas bij de finish kwam.

Haar doel voor Tokio is helder: de beste race van het jaar lopen. Met die taakgerichte aanpak wil ze voorkomen dat titeldruk of afwezige rivalen haar focus verstoren.