Syrische verkrachters vragen vrijlating wegens 'noodzaak geld te verdienen voor familie in Syrië'
In dit artikel:
De zaak draait om drie Syrische statushouders — Ibrahim al I., Ahmed al A. en Mohamad A. — die worden verdacht van de groepsverkrachting van een 18-jarige studente in Maastricht in oktober vorig jaar. De politie gaf in mei een zogenoemde ZoekZoek uit voor vier verdachten; aanvankelijk bestond de indruk dat het om de bekende “4J’s” ging, maar het bleken de Syrische mannen te zijn. Ahmed en Mohamad wijzen elkaar aan als dader, maar het Openbaar Ministerie stelt dat de studente door alle drie is verkracht. Daarnaast wordt Ibrahim ook verdacht van de verkrachting van een 15-jarig meisje.
De advocaten van Mohamad en Ibrahim probeerden hen vrij te krijgen door te betogen dat zij gedwongen waren te werken om zieke familieleden in Syrië te onderhouden; de rechtbank verwierp dat verweer en wees erop dat noodzaak geen vrijbrief is voor een verkrachting.