Synode Gereformeerde Gemeenten: Identiteit reformatorisch onderwijs vraagt blijvend aandacht

woensdag, 8 oktober 2025 (22:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

De synode van de Gereformeerde Gemeenten, die deze week in Gouda vergaderde, behandelde rapporten over onderwijs, jeugdwerk en gezin vanuit het deputaatschap Kerk, Gezin, Jeugd en Onderwijs (KGJO). Centraal stonden zorgen over de relatie tussen kerken en scholen, de vorming van jongeren en de rol van ouders.

Door een gewijzigde bestuursstructuur liggen kerken volgens ds. D. de Wit verder van scholen af en functioneren ze vaker alleen nog als gesprekspartner. Dat heeft consequenties voor praktische vorming van onderwijzers, bijvoorbeeld in het toepassen van bijbelvertellingen in de klas. Ouderling A.J. van der Maas (ook SGP-gedeputeerde in Zeeland) uitte bezorgdheid over recente media-aandacht voor reformatorische scholen en waarschuwde dat de vrijheid van onderwijs dreigt te worden ondergeschikt gemaakt aan gelijkheidsbeginselen; hij riep op tot gebed en bezinning. Ds. G. Clements benadrukte dat vakken als burgerschap consequent vanuit christelijke waarden moeten worden ingevuld en waarschuwde tegen overheidsaccenten op inclusiviteit en diversiteit.

De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG), vertegenwoordigd door directeur Evert Barten, signaleerde drie praktische knelpunten: in grote gemeenten verdwijnen jongeren soms van het vizier en is meer planmatig jeugdwerk nodig; jaarlijks haakt een flink aantal jongeren af, waarbij contact met ambtsdragers en catecheten cruciaal blijft; en veel jongeren gebruiken Bijbelapps met vrije vertalingen, waardoor debatten over de verstaanbaarheid van de Statenvertaling hen vaak voorbijgaan. Barten vroeg de kerken jongeren actief bij die discussie te betrekken en te beschermen tegen simplistische gevoelsmatige waarheidsvinding die sommige evangelische stromingen aanspreekt.

Er was veel aandacht voor cultuur en opvoeding: vragen rond evangelicalisering (onder meer interesse in overdoop), de invloed van artiesten als Sela op de liedcultuur, en de noodzaak van huisgodsdienst. Sprekers verwezen naar onderzoek dat laat zien dat tot 80 procent van jongeren thuis niet over de preek praat. Dat leidde tot oproepen om ouders meer te betrekken en huisgodsdienstoefeningen te stimuleren, maar ook tot erkenning van positieve trends: jonge gezinnen maken vaker tijd voor gezamenlijke Bijbellezing en gesprek.

Praktische vragen over catechese kwamen terug: de professionalisering van onderwijs vraagt toerusting van ambtsdragers, maar persoonlijk voorbeeld van catecheten blijft doorslaggevend. Ds. D. de Wit pleitte ervoor jonge kinderen zo vroeg mogelijk in de kerk te betrekken, ook als dat voor onrust zorgt. Daarnaast werd gewezen op de geestelijke dimensie van opvoeding: bidden en geestelijke inzet blijven onmisbaar naast onderwijs en catechese.

Bij de bespreking van het deputaatschap Gezin vroeg ouderling J. Koppejan aandacht voor de dalende leeftijd waarop kinderen een smartphone krijgen en voor gemeentelijke en schoolinitiatieven om dat gesprek met ouders te voeren. Deputaatschapsvoorzitter ds. J. van Laar noemde het besluit van sommige scholen om mobiele telefoons te weren als een goed voorbeeld dat ouders kunnen ondersteunen.

De synode zet de vergadering deze week voort tijdens een tweede zittingsweek; sprekers en rapporten illustreren een breed gevoel van urgentie: kerken moeten zowel op organisatorisch als op praktisch en spiritueel vlak investeren om jongeren te bereiken en reformatorische identiteit en onderwijsvrijheid te bewaren.