Sylvie Schenk: 'Ik weet nog steeds niet of het mogelijk is je eigen leven echt te begrijpen'

maandag, 22 september 2025 (00:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Sylvie Schenk, geboren en opgegroeid in Frankrijk maar sinds haar jonge volwassenheid in Duitsland woonachtig, vertelt in haar autobiografische roman Snel, het leven het verhaal van Louise — een wezenlijk op Schenk zelf gebaseerde protagonist. Het boek, oorspronkelijk in het Duits verschenen (2016) en dit jaar door Ralph Aarnout in het Nederlands vertaald, schetst het levensverloop van een vrouw die als meisje in een bergdorp in de Franse Alpen opgroeit, in Lyon studeert en in 1966 naar Duitsland verhuist uit liefde. Schenk gebruikt bewust de tweede persoon enkelvoud (‘jij’) om afstand te creëren tussen verteller en hoofdpersoon: het lezen voelt als het voorhouden van een spiegel, waarlangs ze haar eigen verleden onderzoekt.

Taal en identiteit spelen een sleutelrol in zowel haar leven als haar werk. Hoewel Schenk van huis uit Franstalig is, koos ze na haar huwelijk en verhuizing tot provocatie én integratie ervoor om in het Duits te schrijven. Die stap was zowel een persoonlijke rebellie tegenover de wens van haar man als een manier om zich onderdeel te voelen van het culturele leven in Duitsland. Het schrijven in een vreemde taal houdt volgens haar een permanente leersituatie in; ze werkt nog steeds met woordenboeken en laat manuscripten proeflezen om nuances te vinden.

Historische en familiale nasleep van de Tweede Wereldoorlog is een terugkerend thema. In het boek en in het gesprek legt Schenk uit hoe de generatie van haar echtgenoot — en daarmee ook haar directe omgeving — sterk belast was met schaamte en zwijgen over het Duitse verleden. Die neiging tot verzwijging, zo betoogt ze, geeft zich door in volgende generaties en veroorzaakt blijvende kwetsuren, onder meer bij haar zoon. Johann, de man in het boek, wil zijn Duitse identiteit ontvluchten; dat verlangen weerspiegelt bredere maatschappelijke spanningen in de jaren zestig tussen Frankrijk en Duitsland.

Ook gender en erkenning vormen een kernmotief. Schenk beschrijft de vroege ervaring van minderwaardigheid als meisje in de jaren vijftig: meisjes waren minder waard dan jongens, en dat gemis aan erkenning — met name van haar vader — heeft haar leven en relaties getekend. Die afhankelijkheid van mannelijke goedkeuring en het gevoel nooit volledig zelf het roer te hebben kunnen pakken, verklaren waarom ze zich destijds niet tot het “keiharde feminisme” heeft bekeerd. Het schrijven van Snel, het leven is deels een poging om die levensgangen beter te begrijpen en, zo zoekt ze, tot verzoening met het verleden en met zichzelf te komen.

Schenk benadrukt dat Snel, het leven autofictie is: grote gebeurtenissen — jeugd, studie, verliefdheid, huwelijk — komen rechtstreeks uit haar biografie, maar details zijn soms herschikt of gefilterd om de mensen om haar heen te beschermen. De roman eindigde voor haar als het mooiste moment van het schrijfproces: “toen viel alles samen”, zegt ze, alsof de handeling van het afronden zelf zin en samenhang bracht.

Naast reflecties op haar werk deelt Schenk literaire voorkeuren en invloeden: ze bewondert Colette om haar moed en naturalistische observaties, houdt Houellebecq’s Vernietigen (in vertaling) bij de hand en noemt Harry Mulisch’ De ontdekking van de hemel als tijdloos. Ze blijft zoeken naar begrip van haar eigen leven — ook op haar tachtigste voelt ze nog het meisje uit de Alpen — en ziet schrijven als de manier om die onvolledige, toch noodzakelijke verzoeningspoging aan te gaan.

Praktisch: Snel, het leven verscheen oorspronkelijk in 2016 in het Duits, later in meerdere Europese talen, en is nu in het Nederlands beschikbaar via uitgeverij Cossee.