Studie: coronavaccins leverden amper levenswinst op
In dit artikel:
Twee Nederlandse onderzoekers, Herman Steigstra en Anton Theunissen, betwijfelen in een recente analyse de effectiviteit en veiligheid van de COVID-19-vaccins en schetsen een ander beeld van de pandemie in Nederland. Zij wijzen erop dat de WHO en RIVM begin 2020 sombere dodelijkheidsscenario’s presenteerden (tot honderden duizenden doden), terwijl het RIVM uiteindelijk circa 22.000 COVID-sterfgevallen rapporteerde en het CBS ruim 51.000 over de coronajaren, afhankelijk van de rekenswijze. Latere schattingen van de infectiefataliteit lagen volgens hen rond 0,34% (onder 60 jaar <0,1%), waardoor de eerste golf volgens de auteurs vergelijkbaar was met de zware griepgolf van 2018 en het virus vaak ‘het laatste zetje’ voor kwetsbaren bleek.
De onderzoekers betogen dat de vaccinatiecampagne (groot opgeschaald vanaf maart 2021) te laat kwam om veel levens te redden, en dat de sterfte even na aanvang van vaccineren juist toenam. Zij spreken van circa 60.000 “onverklaarde” extra doden sinds het begin van de vaccinaties en noemen de herfstgolf met deltavariant (8.719 doden, vrijwel driekwart gevaccineerd) opvallend. Op basis van levensjaren rekenen ze dat corona ongeveer 11.000 verloren levensjaren veroorzaakte, terwijl vaccinatie slechts ~750 levensjaren zou hebben gered; de aanhoudende oversterfte zou daarom veel meer schade vertegenwoordigen. Hun conclusie: corona leek meer op een zware griep en massale vaccinatie leverde weinig nettovoordeel op; vaccineren zou volgens hen alleen voor ouderen overwogen moeten worden. Deze interpretatie wijkt af van de gangbare wetenschappelijke consensus en is onderwerp van discussie.