Stroomuitval door sneeuw legde Haaksbergen twintig jaar geleden lam

dinsdag, 18 november 2025 (09:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Op 25 november 2005 legde een combinatie van zware sneeuwval en stormachtig weer delen van Nederland lam, met name in het oosten en zuiden. Op hoge gronden in de Veluwe, de Achterhoek, Twente en Salland viel lokaal tot 40 cm sneeuw; vrachtwagens raakten vast, snelwegen zoals de A50, A1 en A28 stonden urenlang muurvast en files bleven tot diep in de nacht. Hulpdiensten deelden dekens, warme dranken en voedsel; de laatste verkeersopstoppingen losten pas zaterdagochtend op.

De zwaarste gevolgen voltrokken zich in Haaksbergen (Overijssel). Door ijsafzetting en wind beschadigden hoogspanningskabels: draden raakten los en veroorzaakten kortsluiting. Ongeveer 25.000 inwoners zaten tussen de 30 en 61 uur zonder stroom. Mobiele telefonie faalde grotendeels en wegen waren zo slecht begaanbaar dat hulpverlening en logistiek ernstig werden belemmerd.

Netbeheerder Essent schakelde vrijdag rond 17.00 uur het noodplan in en rekende aanvankelijk op herstel uiterlijk zaterdagavond, maar vond zich snel geconfronteerd met grotere schade en logistieke problemen. Essent schatte dat zo’n 130 noodaggregaten nodig zouden zijn om prioritaire locaties (zorginstellingen, boeren, winkelcentrum, industrie) en later woonwijken van stroom te voorzien. Het vinden en leveren van die aggregaten liep vast door onbegaanbare wegen. Monteurs en militairen probeerden met touwen ijs van de draden te wippen; reparaties aan masten werden vanwege gevaar gestaakt. Rond middernacht had ongeveer 60% van Haaksbergen noodstroom, vooral in het buitengebied. De dooi zette zondag in en het reguliere net kon uiteindelijk maandagochtend rond 05.00 uur de levering weer overnemen.

Lokale bestuurders en hulpverleners schetsen hoe de crisis verliep. Burgemeester Karel Loohuis beschreef communicatieproblemen met de netbeheerder, het lastige prioriteren van aggregaten (eerste zorginstellingen, daarna thuiszorgcliënten met zuurstof, vervolgens landbouw), en het improviseren van opvanglocaties in sporthallen. Hij was geraakt door de wederzijdse hulp in de gemeenschap: buren die medicijnen haalden, maaltijden deelden en elkaar opvingen. Brandweercommandant Arno Fokker benadrukte dat een enkel aggregaat niet volstaat: naast voldoende stroomaggregaten is ook veel brandstof nodig om systemen dagenlang te laten draaien. Fotograaf Vincent Jannink legde de sfeer vast van kaarslicht in huiskamers, vrijwilligerswerk en gestrande weggebruikers op ijsgladde snelwegen.

De gebeurtenis bood pijnlijke lessen: de kwetsbaarheid van kritieke infrastructuur voor extreem weer, de logistieke uitdaging van noodvoorzieningen bij onbegaanbare wegen, en de noodzaak van betere communicatie tussen netbeheerder en lokale autoriteiten. Ook tekende zich af dat de samenleving sterk afhankelijk is van elektriciteit voor zorg en drinkwatervoorziening — een reden voor blijvende zorgen over de gevolgen van langere uitval en de noodzaak van betere voorbereiding.