Straf voor verdachten in ontvoeringszaak Insiya definitief
In dit artikel:
De Hoge Raad heeft besloten dat de zaak rond de ontvoering van Insiya niet opnieuw hoeft te worden behandeld; daarmee blijven de opgelegde straffen definitief. Op 29 september 2016 werd het toen 2‑jarige meisje met geweld uit het huis van haar oma in de Watergraafsmeer (Amsterdam) ontvoerd. Volgens justitie huurde haar vader, hoofdverdachte Shehzad H., een internationaal netwerk in en bracht hij het kind naar India, waar het meisje (nu ongeveer 11) nog steeds verblijft.
In hoger beroep werd de vader in mei 2024 tot 8,5 jaar cel veroordeeld. Zes medeverdachten kregen gevangenisstraffen tot ruim vier jaar; onder hen Imran S., een neef die zich eveneens in India schuilhoudt. Twee verdachten waren bij verstek berecht omdat India weigert hen uit te leveren, ondanks verzoeken van het Openbaar Ministerie.
Shehzad H. had cassatie aangevraagd en stelde dat hij geen eerlijk proces had gekregen omdat hem geen mogelijkheid was geboden via videoconferentie aan de zitting deel te nemen. De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof zijn beslissingen mocht nemen en volgt daarmee het advies van de advocaat‑generaal; een nieuw proces is daarom niet nodig.