Stinkende steekproef in huisvuil bewijst: Afval scheiden in Oss kan beter
In dit artikel:
In Oss worden jaarlijks steekproeven genomen in het restafval om na te gaan hoe goed inwoners hun afval scheiden en om maatregelen te kunnen afstemmen op wijkniveau. Dinsdagochtend haalden drie medewerkers van Afvalspiegel — Niek, Timo en Nicolai — in de wijk Krinkelhoek kilo’s vuilnis uit elkaar. Afvalspiegel doet dit voor zo’n honderd gemeenten: per controle wordt ongeveer 750 kilo restafval gesorteerd in vijftien categorieën (zoals gft, luiers, hard/soft plastic, textiel, metaal en papier) en worden vier tot vijf wijken geanalyseerd.
De gemeente gebruikt de uitkomsten om gericht te reageren: als er veel luiers of glas in een bepaalde wijk wordt aangetroffen, kan dat aanleiding zijn voor extra luiercontainers of glasbakken. Ook is uit eerdere steekproeven gekomen dat campagnes nodig waren om groente-, fruit- en tuinafval (gft) beter apart te houden.
De resultaten tonen dat scheiden nog niet ideaal is. Voor 2023 bleek dat van het gewicht in de grijze restafvalbak slechts 10 procent daadwerkelijk restafval was; ongeveer 40 procent bestond uit gft, 17 procent had bij plastic gekund en 8 procent bij oud papier. Een jaar eerder was de samenstelling iets beter: toen was ongeveer 25 procent van de kliko echte restafval, met nog steeds grote shares gft en plastic. Veel gft in de grijze bak is zonde: het had gecomposteerd kunnen worden en het verbranden van vochtig organisch afval vraagt extra energie en kosten.
Financieel speelt scheiden ook een rol: plastic, metaal en drankkartons leveren geld op, terwijl vervuild PMD of ander onjuist aangeboden materiaal door afkeur bij verwerkers extra kosten voor de gemeente (en uiteindelijk de burger) kan betekenen. Landelijk is het streven maximaal 100 kilo restafval per inwoner; Oss zat vorig jaar op 125,5 kilo per inwoner.
De precieze uitkomsten van de meest recente sorteerproef (de dinsdag uitgevoerd controle) worden over enkele weken verwacht. De steekproeven blijven een belangrijk instrument om zowel milieuwinst als kostenbesparing te bevorderen en om gericht lokaal beleid te voeren.