Stikstof geen bezwaar meer: met Wiersma's plan kan de uitstoot bijna verdubbelen

vrijdag, 24 oktober 2025 (05:37) - Follow the Money

In dit artikel:

Demissionair landbouwminister Femke Wiersma (BBB) wil de rekenkundige ondergrens voor extra stikstofdepositie bij vergunningverlening verhogen van 0,005 mol naar waarschijnlijk 0,5 mol per hectare per jaar. Met die maatregel zou stikstof in de praktijk geen belemmering meer vormen voor uitbreiding van agrarische bedrijven; volgens berekeningen van journalisten en een eigen versie van het RIVM-rekenmodel kan de totale ammoniakuitstoot van de veehouderij daardoor in theorie bijna verdubbelen.

Wat is het concrete effect? Op basis van de door het ministerie vrijgegeven gegevens over dieraantallen en staltypen rekenden Omroep Gelderland, NRC en Follow the Money voor wat er zou gebeuren als alle boeren maximaal binnen de nieuwe grens uitbreiden. Meer dan de helft van de veehouders zou dan hun stikstofuitstoot kunnen verdubbelen; sommige bedrijven zouden drie- tot vijfmaal meer uitstoten. De totale emissie zou toenemen van circa 45 kiloton naar ongeveer 86 kiloton — een stijging van rond 89 procent. Regionale hotspots zijn vooral West-Friesland, Groningen en Flevoland. Ter relativering: alle eerdere uitkoopregelingen samen leverden circa 5 kiloton reductie op.

Waarom is dit controversieel? De huidige, zeer strikte norm (0,005 mol) is ingesteld vanwege de slechte staat van natuur en waterkwaliteit, mede veroorzaakt door intensieve veehouderij. Critici vrezen dat het ophogen van de ondergrens neerkomt op het loslaten van de natuurdoelen zonder daar compenserende natuurverbetering tegenover te zetten. Juridisch staat Wiersma onder druk: een rechterlijke uitspraak van januari 2025 legde haar op straffe van een dwangsom van 10 miljoen euro op dat in 2030 minimaal de helft van de kwetsbare Natura 2000-gebieden niet overbelast mag zijn door stikstof. De Raad van State noemde de verhoging kwetsbaar en voorzag dat de nieuwe grens bij de rechter ter discussie zal worden gesteld.

Ambtelijk en bestuurlijk zijn er eveneens twijfels. Wiersma’s ambtenaren adviseerden in mei om de nieuwe rekengrens eerst in een rechtszaak te testen in plaats van die meteen generiek in te voeren. Een impactanalyse in opdracht van provincies stelde alleen summier dat ophoging “naar verwachting” tot meer emissies en depositie leidt; een concrete kwantitatieve inschatting wilde het ministerie niet geven. Provincies vragen daarom reserves van het kabinet voor het geval de ondergrens door de rechter wordt teruggedraaid, omdat projecten die op de nieuwe norm zouden zijn vergund anders achteraf illegaal kunnen blijken — een risico dat ook de landsadvocaat en natuurorganisaties aankaarten.

Historisch rijst de vergelijking met het PAS-debacle (2015–2019), waarin milieurichter Johan Vollenbroek met succes aantoonde dat veel gemelde uitbreidingen later illegaal bleken. Vollenbroek waarschuwt dat ophogen van de ondergrens “geen helderziendheid” vereist om te zien dat dit tot een nieuw PAS-drama kan leiden.

Politiek speelt druk: BBB en Kamerleden zoals Caroline van der Plas stelden de verhoging nadrukkelijk voor; de Tweede Kamer nam in oktober een motie aan om de nieuwe ondergrens snel in te voeren. Binnen het kabinet bestond wrijving tussen BBB en VVD, maar uiteindelijk ging de coalitie akkoord met ophoging onder de voorwaarde dat er op lange termijn een dalende lijn in emissies wordt gegarandeerd — details die Wiersma deels aan een volgend kabinet overlaat.

Wat betekent dit praktisch voor boeren? De voorgestelde wijziging zou veel ondernemers de stikstofzorgen wegnemen en uitbreiden economisch aantrekkelijker maken, maar daadwerkelijke groei van de veestapel hangt van tal van andere beperkingen af: Europese mestregels, beschikbare dierrechten, financiering, afzetmarkten en personeel. Het ministerie wijst erop dat dierrechten een harde begrenzing vormen, maar belangengroepen, natuurorganisaties en juristen waarschuwen voor juridische en ecologische consequenties als de maatregel later ongeldig blijkt.