Steeds meer gewasbeschermende wespen in botanische tuin
In dit artikel:
Ruim vier eeuwen na de aanleg door de eerste prefect telt de Hortus botanicus Leiden meer dan 16.000 plantensoorten en krijgt biodiversiteit expliciet aandacht van de nieuwste prefect, die inzet op natuurlijk tuinieren. Op 17 augustus 2025 deed de Hortus voor het eerst mee aan de landelijke wespentuintelling, georganiseerd door entomoloog Aglaia Bouma (Naturalis), om inzicht te krijgen in het wespenbestand op het terrein.
In Nederland komen meer dan 5.000 wespensoorten voor, belangrijk als natuurlijke plaagbestrijders. Waar eerder slechts 13 soorten in de Leidse tuin waren geregistreerd, leverde de telling met klopscherm, vlindernet en exhauster elf aangetroffen soorten op. In de Clusiustuin werden de gewone en Duitse wesp gezien; op eiken bij de systeemtuin werden knoppergalwespgallen aangetroffen. Van een Libanonceder en klimop werden verschillende sluipwespen (parasitaire soorten) gedetermineerd door Kees van Achterberg en Sandrine Ulenberg: Opius sp. (parasiteert op mineervliegen), Asaphes vulgaris (o.a. op bladluizen) en Meraporus graminicola (op galmuggen). Geen van deze sluipwespen wordt commercieel ingezet — ze zijn de tuin zelfstandig binnengekomen.
Vijf jaar na volledige stop op pesticiden is het aantal insectensoorten in de Hortus duidelijk toegenomen. De nieuwe vondsten wijzen op een zich ontwikkelend fijnmazig voedselweb van roofinsecten en prooidieren, dat helpt explosies van herbivoren te voorkomen en zo de waardevolle plantencollectie beschermt.