Steeds meer boycots van Israël, maar is zo'n besluit over het songfestival niet aan de politiek?

maandag, 15 september 2025 (11:32) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Omroep AvroTros heeft besloten dat Nederland volgend jaar niet aan het Eurovisie Songfestival zal meedoen als ook Israël deelneemt — een besluit dat niet door kabinet of parlement is genomen maar door de omroep zelf. Dat zet een breder patroon van particuliere boycots tegen Israël in de schijnwerpers: dezelfde week kondigde de Twentse ggz-instelling Mediant aan medicijnen van de Israëlische leverancier Teva niet meer te gebruiken uit protest tegen het geweld in Gaza.

Het spanningsveld tussen particuliere initiatieven en de taak van de overheid komt ook in het buitenland scherp naar voren. In België ontstond een politieke rel nadat het Gents Festival of Flanders een concert met de Israëlische dirigent Lahav Shani annuleerde. De Belgische premier, Alexander De Wever, reisde naar Essen om een uitvoering van Shani bij te wonen en bekritiseerde de schrapping fel. De controverse speelt ook in Duitsland, omdat Shani met een Duits orkest zou optreden; bovendien is hij dirigent van het Israëlisch Philharmonisch Orkest, dat zich in het verleden expliciet als ambassadeur van Israël presenteerde — zelfs bij historische momenten zoals concerten tijdens de Golfoorlog.

In Nederland benadrukte demissionair minister van Cultuur Gouke Moes dat geopolitieke afwegingen in principe door de politiek gemaakt horen te worden, maar dat omroepen journalistieke onafhankelijkheid genieten zoals vastgelegd in de Mediawet. Tegelijkertijd pleiten sommige experts ervoor dat maatschappelijke organisaties niet hoeven te wachten op overheidsoptreden. Marieke de Hoon, hoofddocent internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam, stelt dat organisaties zelf verantwoordelijk zijn voor hun huisregels en dat zij op basis van juridische uitspraken — zoals recente bevelen van het Internationaal Gerechtshof over Israël en Gaza — kunnen besluiten of ze banden verbreken.

De Hoon beschouwt cultuur en wetenschap idealiter als domeinen waarin dialoog wordt gekoesterd, maar erkent grenzen als gesprekspartners weigeren inhoudelijk te debatteren of als culturele platforms worden gebruikt om grove misstanden te normaliseren. Ze maakt daarbij een duidelijk onderscheid met burgerlijke acties die de wet overtreden, zoals het in eigen beheer uitvoeren van grenscontroles, wat volgens haar fundamenteel anders is.

Kortom: naast politieke reacties zijn er nu meerdere maatschappelijke en culturele actoren die besluiten te boycotten of artiesten uit te sluiten. De discussie draait om de vraag in hoeverre die particuliere beslissingen een legitieme morele en juridische respons zijn op geopolitieke kwesties — en waar de grens ligt tussen verantwoordelijk protest en het overschrijden van democratische of wettelijke grenzen.