Starters mijden vaak overdrachtsbelasting door onder vrijstellingsgrens te bieden
In dit artikel:
Onderzoekers in het economenvakblad ESB constateren dat Nederlandse starters bij woningaankopen vaak net onder de grens blijven voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Vorig jaar is opvallend vaak de drempel van ongeveer €510.000 gehanteerd; een jaar eerder viel veel transacties net onder de toen geldende grens van €440.000.
De studie noemt meerdere verklaringen. Ten eerste wijst het patroon op mogelijk belastingontwijkend gedrag: kopers zouden de koopprijs laag houden en vervolgens roerende zaken (zoals meubels) voor een hoge vergoeding overnemen. Ten tweede werkt de grens als een anker; zowel kopers als verkopers richten zich op dat expliciete bedrag bij biedingen en vraagprijzen. Ten derde beïnvloedt de harde grens vraag en aanbod: wie boven de drempel uitkomt, moet direct 2% overdrachtsbelasting betalen en probeert daarom onder te blijven, terwijl verkopers hun prijzen daarop afstemmen.
De startersvrijstelling bestaat sinds 2021 en geldt voor kopers tot 35 jaar die voor het eerst een huis kopen; de vrijstelling bespaart 2% overdrachtsbelasting (bijvoorbeeld ongeveer €10.000 bij een koopprijs van €500.000). Diverse experts twijfelen echter of de regeling starters echt helpt, omdat het gunstige belastingvoordeel de vraag en daarmee de huizenprijzen juist kan aanjagen.
De bevindingen suggereren dat de drempel zelf marktdistorsies creëert en de effectiviteit van de vrijstelling ter discussie staat, wat beleidsmakers kan aanzetten tot heroverweging of aanpassing van de regeling.