Stad Brussel moet besparen: kunstencentrum sluit, belasting op verhuur van woningen stijgt
In dit artikel:
De stad Brussel, onder leiding van burgemeester Philippe Close (PS), heeft recent een in evenwicht zijnde begroting voorgesteld en voert daarvoor een reeks ingrepen door. Doel is de financiën stabiel te houden in “moeilijke budgettaire tijden”: dat gebeurt via een taxshift, besparingen op personeels- en werkingskosten, en gerichte investeringen in renovatie van stedelijk patrimonium.
Belangrijkste maatregel voor inwoners en eigenaars is een hertekening van de onroerende voorheffing: niet-inwonende eigenaars van Brusselse woningen krijgen een hogere aanslag — gemiddeld komt dat neer op ongeveer 25 euro extra per maand — terwijl Brusselse bewoners met eigendom een korting krijgen. Eigenaars die hun pand verhuren, gaan eveneens meer betalen. Tegelijk wordt de gemeentelijke opcentiemen verlaagd van 6 naar 4,9 procent, een tarief dat volgens het stadsbestuur tot de laagste in het land behoort.
Op de uitgavenzijde valt cultuur het hardst: het kunstencentrum La Centrale moet sluiten, waardoor 15 medewerkers hun baan verliezen. De stad benadrukt dat ze nog steeds tot wel 10% van haar budget in cultuur investeert en dat de maatregelen bedoeld zijn om keuzes te maken zonder cultuur volledig los te laten. Verder voorziet het akkoord in rationalisering van de personeelswerking en andere operationele besparingen.
Samengevat: Brussel kiest voor een mix van lastenverschuivingen (meer druk op niet-inwonende eigenaars, verlichting voor bewoners), lagere gemeentelijke bijslagen en bezuinigingen op werking en cultuur om de begroting te stabiliseren. Burgemeester Close noemt het proces uitdagend en benadrukt dat politiek gemaakte keuzes en inventiviteit noodzakelijk zijn om de stad financieel gezond te houden.