Staatssecretaris Gijs Tuinman: Kazerne Assen gaat nooit meer dicht
In dit artikel:
Staatssecretaris Gijs Tuinman zet in op een forse uitbreiding van Defensieactiviteiten in Noord-Nederland: meer kazernes, vlieg‑ en oefenfaciliteiten, munitiedepots en een samenwerking met regionale industrie en kennisinstellingen. Volgens Tuinman (BBB) groeit de strategische waarde van het noorden door geopolitieke spanningen en technologische ontwikkelingen, waardoor meer oefenruimte, infrastructuur en digitale capaciteiten nodig zijn.
Wat en waar
- Lelystad Airport: Tuinman wil Lelystad inzetten als derde F‑35‑vliegbasis naast Leeuwarden en Volkel. Hij ziet ruimte voor combinatie van gevechtsvliegtuigen, vakantievluchten en vrachtverkeer en pleit voor snelle benutting van een luchthaven die al sinds 2019 gereedstaat.
- Groningen Airport Eelde: hij wil beperkingen op vliegen (momenteel max. 400 militaire starts/landingen zonder F‑35) versoepelen en samenwerking stimuleren met KLM (onder meer de KLM Flight Academy) voor pilotscholing en onderhoudsopleidingen. Tekort aan technisch personeel moet gezamenlijk worden aangepakt.
- Vlieg- en oefenterreinen: uitbreiding van Leeuwarden, grotere oefenterreinen bij Marnewaard en De Haar en gebruik van terreinen rond Havelte en Assen om training van landmacht en luchtmacht te waarborgen.
- Munitiedepots en logistiek: nieuwe opslaglocaties in Veenhuizen, Staphorst en de Kollumerwaard; Staphorst en Kollumerwaard worden aangemeld voor EU-cofinanciering voor infrastructuur (militaire mobiliteit). De Eemshaven moet fungeren als zeehaven voor snel transport.
- Regionale industrie en kennis: Defensie investeert in een AI‑‘fabriek’ op het voormalig Niemeyer‑terrein in Groningen (30 miljoen van Defensie, 130 miljoen rijksgeld totaal). Tuinman wil clustervorming met universiteit, hogeschool, IT‑bedrijven en havencapaciteiten voor data, energie en voorspellend onderhoud (bijv. voor Boxer‑pantservoertuigen).
Waarom
De oorlog in Oekraïne en technologische omslag (drones, AI, dataverwerking) maken moderne, digitale en goed geoefende krijgsmacht noodzakelijk. Tuinman benadrukt dat innovatie en lokale productie (dronecomponenten, chips, F‑35‑composieten, nachtzichtapparatuur) het afschrikvermogen en inzetbaarheid vergroten. Daarnaast zijn snelle, veilige logistieke routes en munitieopslag cruciaal voor NATO‑prioriteiten.
Conflicten en besluitvorming
- Lokale weerstand en milieuprocedures spelen een grote rol: munitiedepots dicht bij de Eemshaven werden afgewezen vanwege draagvlak en Kamertegenstand; Kollumerwaard is nu gekozen—gedeeltelijk op locatie van een oude kruitfabriek.
- In De Haar en andere oefenterreinen lopen nog milieu‑ en aankoopprocedures (o.a. MER). Tuinman wijst op ingeperkte landclaim: aanvankelijk >8.000 hectare, nu teruggebracht naar circa 900 hectare landbouwgrond plus 1.400 hectare natuurgrond.
- Witterveld (achter een schietbaan) is uit de selectie gehaald: het gebied is te drassig voor voertuigoefeningen én fungeert als kogelvanger; stacking van activiteiten (b.v. springterrein plus proefboerderij) werd als onacceptabel beoordeeld.
- Medegebruik van agrarische grond door Defensie moet worden heruitgevonden: Tuinman wil met LTO en Agractie vormen van gezamenlijk gebruik en aangepaste regelgeving uitwerken zodat boeren en militairen kunnen samenwerken op oefenterreinen.
Financiën en randvoorwaarden
Het Centraal Planbureau rekent op circa 19 miljard euro (prijspeil 2030) voor het bereiken van 3,5 procent BBP‑bestedingen aan defensie; Tuinman waarschuwt dat die groei alléén niet toereikend is voor alle benodigde investeringen in personeel, materieel, IT, vastgoed en industrie. Voor infrastructuur bij Staphorst en Kollumerwaard zoekt hij EU‑bijdragen die kunnen oplopen tot tientallen tot meer dan honderd miljoen euro.
Regionale ontwikkeling en werkgelegenheid
Tuinman profileert Noord‑ en Oost‑Nederland als maakregio voor Defensie: kazerne‑uitbreidingen (Assen, Havelte), een Veiligheidscampus in Assen, ruimte voor defensie‑industrie in Emmen en samenwerking met bestaande productielocaties (VB Born/VDL als voorbeeld in Limburg). Hij verwacht dat het noorden structureel profijt krijgt van banen, opleidingen en bedrijvigheid.
Persoonlijk
Gijs Pepijn Tuinman (geboren 1979, Heerlen) is sinds 2 juli 2024 staatssecretaris van Defensie. Hij doorliep de Koninklijke Militaire Academie, diende bij het Korps Commandotroepen en ontving de Militaire Willemsorde voor daden in Afghanistan. Zijn achtergrond verklaart mede zijn nadruk op praktische uitvoerbaarheid en zorg voor regionale gevolgen van defensieactiviteiten.
Kort samengevat: Tuinman wil Noord‑Nederland omvormen tot een verdedigingscluster met meer vliegbases, oefenterreinen, munitie‑infrastructuur en een verbonden defensie‑industrie en kennisketen, maar stuit op procedures, lokaal verzet en de noodzaak van aanvullende investeringen en regelgeving.