Staat hoeft geen verdergaande maatregelen te nemen tegen Israël inzake Gaza

donderdag, 6 november 2025 (17:29) - Fok!

In dit artikel:

Het gerechtshof Den Haag heeft de vorderingen van Al-Haq en andere belangenorganisaties tegen de Nederlandse Staat afgewezen. Al-Haq trad op namens Palestijnen in Gaza en de door Israël bezette gebieden en eiste dat Nederland meer zou doen om naar haar zeggen genocide en ernstige mensenrechtenschendingen door Israël te voorkomen. In kort geding vroeg Al-Haq de rechter de Staat te verplichten drie concrete maatregelen te nemen: (1) een einde maken aan de uitvoer van militaire goederen vanuit Nederland naar Israël, (2) stoppen van de uitvoer van getrainde honden die door het Israëlische leger tegen Palestijnen kunnen worden ingezet, en (3) optreden tegen Nederlandse bedrijven die handel drijven met illegale Israëlische nederzettingen.

Het hof oordeelt dat hoewel aannemelijk is dat er een risico bestaat op genocide en ernstige mensenrechtenschendingen, het niet primair aan de rechter is om de regering concreet te dicteren welke beleids- of wetgevende maatregelen genomen moeten worden. Het gerecht merkte tevens op dat de Staat al maatregelen kent, onder meer een vergunningstelsel dat uitvoer van militaire goederen kan blokkeren als inzet in Gaza wordt gevreesd. Een verbod op de uitvoer van honden vereist volgens het hof een wetswijziging, iets waarvoor de rechter de regering niet kan verplichten. Ook zag het hof geen voldoende grond om de Staat te dwingen steviger op te treden tegen in Nederland gevestigde bedrijven die zaken doen met nederzettingen; het huidige ontmoedigingsbeleid toont volgens het hof geen aantoonbare onvoldoende werking.

De mondelinge behandeling vond plaats op 3 september 2025; het hof hield bij zijn oordeel rekening met de uitspraak van de Hoge Raad in de ‘F-35 zaak’ van 3 oktober 2025. De procedure betrof niet de aankoop door Nederland van Israëlische wapens of de invoer van producten uit nederzettingen, onderwerpen die Al-Haq in deze zaak niet aanvoerde.