Staat eist dat bouwconsortium achter HSL schade herstelt en vergoedt
In dit artikel:
De Nederlandse staat is een rechtszaak gestart tegen het bouwconsortium Hollandse Meren (onder meer Strukton, Ballast Nedam, Boskalis, Volker Wessels Stevin en Vermeer). De eis: herstel van constructiefouten in tien viaducten op de hogesnelheidslijn HSL-Zuid tussen Nederland en België en vergoeding van de schade die treinaanbieders en reizigers daarvan hebben ondervonden. Demissionair minister Thierry Aartsen wil zo voorkomen dat herstelkosten en gevolgschade op de belastingbetaler neerleggen.
ProRail schat dat het repareren van de viaducten bijna een half miljard euro zal kosten. De precieze omvang van de schade voor vervoerders zoals NS en Eurostar is nog onduidelijk; conservatieve schattingen noemen tientallen miljoenen euro’s aan uitbetalingen aan reizigers, gemiste kaartverkoop en uitval. Door de gebreken rijden treinen al ongeveer twee jaar met een fors lagere snelheid: 120 km/u in plaats van de geplande 300 km/u. ProRail verwacht dat pas in 2031 weer met de beoogde snelheid gereden kan worden, waardoor de economische gevolgen aanhouden. Op het traject rijden dagelijks zo’n 270 NS-ritten, plus meerdere Eurostar-diensten naar Londen en Parijs.
De HSL-Zuid kende al vanaf de aanleg (2000–2006, kosten ca. €7,5 mrd) problemen: storingen aan bovenleidingen bij de opening in 2009, grensoverschrijdende beveiligingsincompatibiliteit bij Meer en de beruchte Fyra-problematiek in 2012—waarbij geleverde treinen faalden in de winter, opvolgende Traxx-locomotieven beschadiging veroorzaakten en softwarestoringen optraden—waardoor de staat eerder al tientallen miljoenen verloor. ProRail geeft aan nog geen nauwkeurige kostenraming te kunnen maken en heeft volgens de operationeel directeur een financieel mandaat nodig om reparatiewerk te starten.