Sporten in Amsterdam: met 1 procent meer mensen die bewegen, valt een miljoenenwinst te behalen

In dit artikel:

Nieuw onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) laat zien dat zelfs kleine verhogingen in bewegen grote besparingen op zorgkosten kunnen opleveren: als 1 procent van de Amsterdammers die nu te weinig bewegen structureel wekelijks gaat sporten, zou dat jaarlijks ongeveer 14 miljoen euro schelen. De studie koppelt sport- en beweeggedrag op buurtniveau aan zorguitgaven en toont dat inwoners van welvarende buurten gemiddeld zo’n duizend euro per persoon minder aan zorgkosten hebben dan bewoners van armere wijken.

De onderzoekers vergeleken ook buurten binnen dezelfde sociaaleconomische categorieën en vonden dat binnen de armste tiende van buurten degenen waar meer gesport wordt substantieel lagere zorgkosten hebben. Concrete voorbeelden uit Amsterdam: in stadsdeel Nieuw-West zou 1 procent extra actief sporten circa 2,7 miljoen euro besparen; binnen Slotervaart verschillen potentiële besparingen sterk tussen Zuid (ongeveer €287.000) en Noord (ongeveer €117.000), doordat de effecten groter zijn in lager scorende buurten. Ook in rijke gebieden zijn lokale verschillen zichtbaar (bijv. Museumkwartier versus Apollobuurt), wat laat zien dat gerichte interventies meer opleveren dan algemene campagnes.

Lokale wethouders voor zorg en sport zien het rapport als argument om meer in preventie te investeren. De gemeente breidde al de stadspas uit (vergoeding voor sportcontributie voor jongeren en 55-plussers; 169 clubs doen mee; ruim 2.000 keer gebruikt vorig jaar) en zoekt samenwerking met het Rijk en zorgverzekeraars, die financieel voordeel hebben bij meer bewegen. Het onderzoek benadrukt dat kleinschalige, gerichte bewegingstimuleringsmaatregelen kosteneffectief kunnen zijn en ongelijkheden in gezondheid kunnen verkleinen, al blijft de vertaling naar beleid en uitvoering cruciaal.