Sporen van leven op Mars, of toch niet? 'We zijn dichterbij dan ooit'
In dit artikel:
NASA en onderzoekers melden deze week dat de Marsrover Perseverance op de steen Cheyava Falls zogeheten luipaardvlekjes onderzocht die ijzerrijke mineralen bevatten. Op aarde ontstaan zulke mineralen vaak door microben, en NASA noemt de combinatie in deze steen een “potentiële vingerafdruk” van microscopisch leven uit een tijd dat Mars rivieren en zeeën had. De bevindingen zijn na een jaar wachten in Nature gepubliceerd.
Astrobioloog Inge Loes ten Kate (UvA/UU) benadrukt dat dit nog geen bewijs is dat er ooit leven op Mars bestond: “we kunnen er naartoe redeneren, maar ook vanaf, en zolang dat zo is hebben we geen smoking gun.” Zij werkte eerder aan instrumentatie voor rover Curiosity, die ook aanwijzingen vond dat Gale-krater ooit leefbaar was, plus methaanpieken en organische moleculen — maar ook die konden een abiotische oorsprong hebben.
De onderzoekers van Cheyava Falls stellen dat een niet-biologische verklaring dit keer lastiger te vinden is, waardoor de ontdekking dichter bij een echte biosignatuur lijkt dan eerdere vondsten. Geochemicus Paul Mason (Universiteit Utrecht) noemt het ook de meest veelbelovende aanwijzing tot nu toe, maar zegt dat definitieve bevestiging alleen mogelijk is via laboratoriumonderzoek op aarde.
Perseverance heeft al een monster van de steen opgeslagen, maar het terughalen van materiaal vereist de complexe Mars Sample Return-missie: meerdere ruimtevaartuigen en internationale en politieke inzet. De publicatie en de terughaalplannen roepen herinneringen op aan het mislukte ALH84001-geval uit 1996, waar aanvankelijke claims van buitenaards leven later als abiotisch werden herleid. Ten Kate hoopt dat de monsters alsnog naar aarde komen; anders kunnen andere landen, zoals China, eigen missies uitvoeren en mogelijk andere resultaten opleveren.