Spinachtig diertje van 0,1 millimeter moet deze uitheemse woekerplant in toom houden

woensdag, 1 oktober 2025 (15:17) - Het Parool

In dit artikel:

In het Weteringse Broek, een nat gebied net ten noorden van Apeldoorn, zijn voor het eerst in Nederland ongeveer 30.000 galmijten uitgezet om de invasieve watercrassula terug te dringen. De galmijt — een spinachtig dier van ongeveer 0,1 millimeter — komt uit Australië en veroorzaakt op de watercrassula kleine galvorming die de plant verzwakt. Onderzoekers van Stichting Probos en natuurbeheerder Natuurmonumenten voeren de proef uit; ecoloog Ellen ter Stege begeleidt het project in het veld.

Watercrassula werd in de jaren negentig in Europa geïntroduceerd als vijver- en aquariumplant en belandde door lozingen in natuurwateren, waar de soort zonder natuurlijke vijanden massaal kan woekeren en inheemse planten verdringt. In het proefven is de bodem inmiddels bijna dichtgegroeid met de exoot, waardoor herstel van de oorspronkelijke vegetatie stokt.

De inzet van galmijten is het resultaat van jaren labonderzoek en een veldstudie in Engeland. De Nederlandse proef kon pas starten nadat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vergunning gaf — een primeur omdat de dienst nog nooit eerder toestond dat zulke natuurlijke vijanden werden geïmporteerd en uitgezet. Vooraf is uitgebreid onderzocht of de aangewende organismen geen schade toebrengen aan andere plantensoorten; vergelijkbare zorgvuldigheid geldt voor een ander project waarbij een uit Japan afkomstige bladvlo wordt getest tegen de Japanse duizendknoop.

Om de galmijten hier te krijgen, kweekten onderzoekers ze in Engeland op bladeren van watercrassula en plaatsten die recent in het geïsoleerde Weteringse Broek. In het voorjaar wordt bekeken of de mijten de winter hebben doorstaan en of ze de plantengroei voldoende remmen. De verwachting is geen uitroeiing, maar beheersing: minder agressieve groei van watercrassula moet ruimte maken voor inheemse soorten.

Daarnaast kreeg watercrassula vorige maand een EU-status waardoor handel en vervoer binnen de Unie zijn verboden, wat verdere verspreiding moet beperken. Biologische bestrijding biedt mogelijk een duurzaam hulpmiddel, maar blijft zorgvuldig controleren op onvoorziene effecten.