Spaar de struik

In dit artikel:

In stedelijke omgevingen vormen struiken en bosjes belangrijke schuilplaatsen voor vogels zoals merels, roodborsten, staartmezen, zanglijsters en winterkoninkjes. Deze ‘struikbroeders’ maken er hun nest vaak laag bij de grond, wat hen beschermt. Helaas neemt hun aantal sinds 2007, toen het Meetnet Urbane Soorten startte, gestaag af. Deze afname wordt mede veroorzaakt door het verdwijnen van struiken en heggen in tuinen en openbaar groen.

Tegelijkertijd floreert de bruine rat in de stad; deze slimme en sociale dieren weten goed voedsel en schuilplek te vinden, vaak in dezelfde struiken die ook vogelsoorten nodig hebben. Hoewel concrete cijfers ontbreken, zijn meldingen van rattenoverlast de afgelopen jaren toegenomen, wat gemeenten ertoe aanzet tot bestrijding. Hierbij gaat echter vaak leefgebied voor vogels verloren doordat struiken worden gesnoeid of verwijderd.

De kern van het rattenprobleem ligt niet in de aanwezigheid van struiken, maar in het overvloedige voedsel dat ratten aantrekt, zoals zwerfafval, slecht afgesloten containers en voedselresten van vogels. Een effectieve aanpak van rattenoverlast, bijvoorbeeld via Integrated Pest Management, moet daarom vooral de oorzaken aanpakken – voedselbronnen beperken – en niet alleen de gevolgen zoals het verwijderen van struiken. Zo kan het leefgebied voor kwetsbare stadsbroeders behouden blijven en blijft de lente levendig van het geritsel van merels, roodborsten en winterkoninkjes.