Sophie Hilbrand kreeg in voormalig Omtzigt-bolwerk Borne overal koffie en een vriendelijk woord
In dit artikel:
Han Lips bespreekt een eerste aflevering van de herrezen tv-serie Nu we er toch zijn, die vooralsnog een eenmalige revival kent in het verkiezingsjaar. Presentatrice Sophie Hilbrand trok naar Borne (Overijssel), het dorp waar Pieter Omtzigt opgroeide, en vroeg zich af hoe de lokale voorkeuren liggen nu twee jaar nadat een derde van de kiezers daar op NSC stemde. De makers wilden de gastvrijheid van Nederlanders testen: geven mensen een maaltijd of onderdak aan een onbekende bezoeker?
Hoewel het format precies hetzelfde is gebleven — korte, vriendelijke huisbezoeken — koos het programma er nadrukkelijk voor de gesprekken weinig politiek te maken. Daardoor bleef onduidelijk waarom NSC destijds zoveel steun kreeg; er trad niemand op die de stemkeuze uitgebreid verdedigde of ontleedde. Wel leverde de aflevering intieme portretten op van een ogenschijnlijk homogeen, maar toch genuanceerd dorp: nieuwe en beëindigde liefdes, dagelijks geluk en verdriet.
Het meest indringend was een klooster dat als opvang fungeert; de eigenaar biedt onderdak aan Oekraïners en anderen, gemotiveerd door het verlies van twee kinderen aan een erfelijke ziekte. Net als andere ontmoetingen bleef ook dat verhaal echter te vluchtig — het format beperkt elk contact tot ongeveer drie minuten. Dat maakte de uitzending sympathiek en menselijk, maar ook vol gemiste kansen om dieper door te vragen.