Sociale ontmoetingen en duurzaamheidsmaatregelen op accommodaties: wat zijn ze waard?
In dit artikel:
Een Discreet Keuze Experiment (DKE) biedt gemeenten een innovatieve methode om de maatschappelijke waarde van sportaccommodaties beter financieel te bepalen, vooral voor effecten die lastig in geld uit te drukken zijn, zoals sociale ontmoetingen en duurzaamheidsmaatregelen. Dit is belangrijk omdat gemeenten bij ruimtelijke ordening keuzes moeten maken over schaarse ruimte en budgetten, waarbij sportvoorzieningen soms onderbelicht raken. Traditionele kosten-batenanalyses (MKBA’s) houden vaak rekening met meetbare effecten zoals gezondheidsvoordelen, maar missen nog waardevolle, minder tastbare effecten.
Het DKE werkt door mensen herhaaldelijk te laten kiezen tussen twee scenario’s met verschillende kenmerken en bijbehorende kosten, zoals locatie, sociale interactie en duurzaamheid. Dit maakt het mogelijk de bereidheid van burgers om extra belasting te betalen voor bepaalde maatschappelijke effecten te meten. In 2024 werd voor het eerst een sportgerichte DKE uitgevoerd door Populytics, in opdracht van Sportbedrijf Arnhem. Hierbij kregen 600 representatieve Nederlanders keuzes voorgelegd tussen verschillende sportaccommodaties, waardoor researchers inzicht kregen in de waarde die men hecht aan sociale ontmoetingen en milieumaatregelen. Ook beleidsmedewerkers sport & bewegen deden mee, wat vergelijkingen tussen publieke en beleidsmatige voorkeuren mogelijk maakte.
De resultaten lieten zien dat burgers vooral bereid zijn meer te betalen voor accommodaties in wijken met lagere inkomens, zelfs als het aantal extra beweeguren iets lager is. Dit onderstreept het sociale belang van sportvoorzieningen in kwetsbare gebieden. Bovendien kunnen de uitkomsten van het DKE helpen om budgetten vanuit andere beleidsdomeinen – zoals milieu en gezondheid – aan investeringen in sport te koppelen, omdat sportfaciliteiten ook bijdragen aan doelen als het terugdringen van eenzaamheid en klimaatverbetering.
Hoewel dit onderzoek een belangrijke stap is, blijft er ruimte voor verder onderzoek naar de financiële waardering van aanvullende maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld zwemvaardigheid, motorische ontwikkeling bij kinderen en een pedagogisch sportklimaat. Het expliciet kwantificeren van deze waarden kan sportbeleid effectiever en onderbouwder maken. Uiteindelijk zorgt het toepassen van methoden zoals het DKE ervoor dat investeringen in sportaccommodaties beter aansluiten bij de maatschappelijke behoeften en prioriteiten van de samenleving.