Snellaadstation voor vrachtwagens mikt op overstap naar elektrisch werken: 'Diesel houdt keer op'

maandag, 15 september 2025 (05:32) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Het Woerdense grond-, weg- en waterbouwbedrijf Van Ooijen bouwt samen met laadspecialist Entent een groot openbaar laadstation voor elektrische vrachtwagens aan de Burgemeester Van Zwietenweg bij Woerden. Het plein moet naar verwachting in oktober in gebruik zijn en is het eerste grootschalige publieke laadpunt voor zwaar verkeer in de regio.

Van Ooijen wil met dit initiatief een stap zetten richting een emissieloze bedrijfsvoering. Omdat vrachtwagens veel hoger vermogen nodig hebben dan personenauto’s — zeker als voertuigen extra apparatuur zoals een laadkraan hebben — ontbreekt de infrastructuur voor zwaar verkeer nog vaak. Dat remt de overstap naar elektrisch; ondernemers staan voor de keuze tussen wachten op voldoende laadinfrastructuur of nu al investeren in elektrische voertuigen. Van Ooijen en Entent willen die drempel verlagen door vooraf capaciteit aan te bieden.

Op het terrein zijn 24 centrale laadpunten voor vrachtwagens gepland, met DC-snellaadmogelijkheden waarmee een vrachtwagen binnen ongeveer twee uur volledig kan opladen. Daarnaast komen er vier snelladers en negen AC-laadpunten voor personenauto’s. Entent verzorgt de exploitatie, waaronder planning en betalingen; het plein is openbaar toegankelijk, maar ook voor Van Ooijen’s eigen materieel bedoeld.

Voor zulke hoge laadvermogens was een zware netaansluiting nodig: 1.750 kVA, die in maart 2023 door netbeheerder Stedin werd toegekend — een krappe timing gezien de huidige netcongestie. Om slimmer met piekbelasting om te gaan, wordt met de gemeente Woerden gesproken over de plaatsing van een batterijpakket dat het laadplein kan ontlasten en de beschikbare capaciteit beter benutten.

Het project is uitgewerkt in samenwerking met Entent, Omniform Group en Energiehaven en past in een bredere Europese ontwikkeling naar meer laadinfrastructuur voor vrachtverkeer. Van Ooijen ziet het als noodzakelijke voorbereiding op het moment dat diesel definitief ophoudt.