Smalle autostoeltjes zijn niet altijd even lekker

maandag, 29 september 2025 (14:59) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Ibrahiem, een Afrikaanse vluchteling wiens oude auto met meer dan drie ton op de teller versleten was, gaat op zoek naar een nette occasion en belandt bij garagehouder Beertje (Berend) Hindriks. Beertje presenteert vol enthousiasme een gepoetste Japanse occasion — in de tekst aangeduid als een zestienkleps “Yotota Paris” — met weinig kilometers en een vorige eigenaar die slecht ter been was. Ibrahiem laat echter blijken dat hij liever een Duitse, stevige auto wil; hij heeft eerder jarenlang in een BMW 2000 XS gereden en kleedt zich conform zijn vroegere status als bankdirecteur.

De verkoopgesprekken draaien al snel om iets anders dan techniek: Beertje vraagt indringend naar de lichaamsvorm van Ibrahiems vrouw Somalia en legt uit dat moderne autostoelen vaak smalle, opstaande randen hebben. Volgens hem kunnen die randen ongemakkelijk zijn voor vrouwen met een voller postuur en zouden ze onzekerheid geven of zelfs leiden tot medebewuste oordelen van voorbijgangers. Met dat argument promoot hij juist de Japanse occasion: brede, vlakke stoelen zonder “opstaonde raandties”, die hij als bijzonder comfortabel en onopvallend omschrijft — bij wijze van vergelijking zelfs ontspannend als een toilet.

Ibrahiem reageert met scepsis en humor; hij vindt de vergelijking met een toiletlicht absurd en vraagt grappend of er ook een waterspoeling bij zit, zodat Somalia onderweg “even kan doortrekken”. Uiteindelijk vertrekt hij nog onbeslist.

Het stukje gebruikt dialect en komische overdrijving om een alledaagse scène te schilderen: een koffie-achtige autoverkoop, verkoperstrucs en kleingeestige moraliserende opmerkingen over uiterlijk en lichaam. Achter de humor schuilt kritiek op klantgerichtheid die doorslaat in persoonlijke bemoeienis en stigmatiseerde opvattingen over uiterlijkheid.