Slaapwandelend met D66 de Derde Wereldoorlog in
In dit artikel:
De onverwachte, grote overwinning van D66 tijdens de verkiezingen op woensdag 29 oktober sloeg in als een mokerslag in boerenland. Voor veel landbouwers komt de partij onaangenaam dicht op eerdere beleidsuitgangspunten: D66 pleitte eerder voor een halvering van de veestapel en voor strenge klimaatmaatregelen die volgens critici vooral lasten voor Nederlandse boeren betekenen. De plotselinge stijging van de peilingen — van circa 10 zetels twee maanden geleden naar 26 zetels nu — roept bij de auteur veel vragen op over hoe die omslag zo snel kon plaatsvinden.
De schrijver was ooit actief binnen D66 (lid van het Landelijk Bestuur van de Jonge Democraten) en verhaalt hoe de partij sinds de oprichting in 1966 fundamenteel veranderde. Oorspronkelijk werd D66 opgezet als vernieuwingbeweging gericht op directe democratische instrumenten (gekozen burgemeesters, districtenstelsel, bindend referendum). Volgens de auteur zijn die kernideeën in de loop der jaren prijsgegeven en is de partij een andere koers gaan varen — meer technocratisch en minder gericht op directe inspraak.
Een sprekend moment uit het persoonlijke archief van de auteur is een bijeenkomst drie jaar geleden in Amsterdam, waar hij als boer en producent kritiek uitte op de stikstof- en klimaatgesprekken en zijn eigen roggebrood aan D66-politicus Rob Jetten overhandigde. Die anekdote illustreert het gemis aan wederzijds begrip tussen stad en platteland en symboliseert de boerenweerstand tegen beleid dat hun bedrijfsvoering beperkt.
De auteur wijst bovendien op de politieke achtergrond van Rob Jetten: zijn betrokkenheid bij internationale netwerken zoals de Trilaterale Commissie, wat bij de schrijver alarmbellen doet rinkelen over een door technocraten gedreven, globalistische beleidslijn. In dat kader schetst de tekst een dystopische toekomstvisie: digitalisering en centralisatie (Digital ID, centrale bank digitale valuta), 15-minutensteden, grootschalige herverkaveling van land naar zonneparken en windparken, terugkeer van wilde dieren en beperkingen voor automobiliteit. Deze beeldspraak dient om te benadrukken de angst dat traditionele landbouw- en leefpatronen verdwijnen en burgers meer gecontroleerd of beperkt zouden worden.
De auteur verbindt die ontwikkelingen met bredere geopolitieke zorgen: hij waarschuwt voor een hernieuwde confrontatie met Rusland en een verslechtering naar een oorlogseconomie, inclusief ideeën als herinvoering van dienstplicht. De electorale triomf van D66 wordt daarom niet alleen als beleidsprobleem gezien, maar ook als symptomatisch voor een tijdgeest die volgens hem kernwaarden en nationale identiteiten onder druk zet.
Tot slot uit de schrijver vrees voor sociale en politieke gevolgen op het platteland: veel boeren voelen zich verraden en men verwacht een groeiend verzet of politieke onrust. De auteur beschouwt de nieuwe positie van D66 in de formatie — met Rob Jetten als sleutelfiguur — als het begin van een periode waarin het plattelandsgevoel en veel traditionele belangen onder druk zullen staan.
Kort gezegd: de overwinning van D66 wordt door de auteur geïnterpreteerd als een radicale koerswisseling ten nadele van boeren, een symptoom van groeiende technocratische invloed en een waarschuwing voor maatschappelijke polarisatie en ingrijpende beleidsveranderingen.