Sinds onafhankelijkheid ruim 250 duizend Surinamers naar Nederland gekomen
In dit artikel:
Op 25 november is het vijftig jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd; dat jubileum valt samen met cijfers van het CBS over vijftig jaar migratie tussen Suriname en Nederland (1975–2024). In die periode emigreerden in totaal 256.000 mensen uit Suriname naar Nederland; momenteel wonen 181.000 in Suriname geboren personen in Nederland, grotendeels vrouwen en relatief op hogere leeftijd.
De grootste instroom was direct na de onafhankelijkheid: in 1975 vestigden zich 40.000 Surinamers in Nederland (van wie nu nog ruim 17.000 hier wonen). Een tweede piek ontstond in 1979–1980 door het aflopen van de toescheidingsovereenkomst, die Surinamers tot vijf jaar ná onafhankelijkheid de mogelijkheid gaf de Nederlandse nationaliteit te kiezen. Na 1980 nam de migratie af; begin jaren negentig kwam de jaarlijkse instroom nog boven de 8.000 uit, maar vanaf 1994 bleef dit onder de 5.000. In de laatste drie jaar is de instroom weer toegenomen tot bijna 4.000 in 2024.
De samenstelling van deze groep is opvallend vrouwelijk: op elke 100 mannen zijn er 128 vrouwen — ook na correctie voor leeftijd blijft het aandeel vrouwen hoog, deels doordat relatief veel mannen terugkeerden naar Suriname. Ruimtelijk wonen mensen van Surinaamse herkomst steeds minder geconcentreerd in de grote stad: Almere heeft het hoogste aandeel (11,5% van inwoners is in Suriname geboren of heeft ten minste één ouder uit Suriname), gevolgd door Lelystad, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. In 1995 had Amsterdam nog het grootste aandeel (10%), terwijl Almere toen 5% telde.
Op huishoudniveau vallen hogere percentages alleenstaande ouders en alleenwonenden op: 32% van Surinaams‑herkomst vrouwen van 40–45 jaar leidt een eenoudergezin (tegen 12% bij vrouwen van Nederlandse herkomst), en 30% van Surinaamse mannen van die leeftijd woont alleen (tegen 19% bij Nederlandse mannen).