In strijd met de Grondwet, of een glijdende schaal? SGP'ers Van Steenis en Janse in gesprek over vrouwenstandpunt

vrijdag, 2 mei 2025 (17:52) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Binnen de SGP lopen de meningen over de politieke rol van vrouwen sterk uiteen, waarbij Lilian Janse-van der Weele, het eerste vrouwelijke raadslid namens de partij, pleit voor herziening van het partijbeginsel dat vrouwenparticipatie beperkt. Zij wil dat de passage over “revolutionair emancipatiestreven” uit het beginselprogramma verdwijnt, om meer ruimte te creëren voor vrouwen, ook in de Tweede Kamer. Janse benadrukt haar persoonlijke ervaringen als moeder en haar wens om het abortusstandpunt van de SGP door een vrouw te laten uitdragen, omdat zij dat vanuit haar eigen beleving beter kan verwoorden dan mannen.

Corné van Steenis, secretaris van een SGP-kiesvereniging, vertegenwoordigt een traditioneler standpunt waarin de scheppingsorde centraal staat: mannen horen volgens hem de leidende rol te vervullen in kerk, gezin en politiek, en vrouwen zijn geroepen tot een ondersteunende en verzorgende positie. Hij vreest dat het aanpassen van het partijbeginsel een hellend vlak is die de formele grondslagen van de partij onder druk zet en mogelijk tot splitsing binnen de achterban leidt. Hoewel hij toegeeft dat de scheidingslijn tussen kerk en staat aangescherpt moet worden, blijft hij vasthouden aan een interpretatie van Bijbelse teksten die politiek leiderschap aan mannen voorbehoudt.

De discussie spitst zich toe op het SGP-congres op 24 mei, waar een motie over aanpassing van het vrouwenstandpunt wordt besproken. Janse ziet dit als een kans voor openheid en inclusiviteit binnen de partij, terwijl Van Steenis vreest voor verharding en het verlies van stemmen als traditionele kiezers afhaken. Beide geven aan dat de uitkomst onzeker is en ingrijpende gevolgen kan hebben voor hun politieke betrokkenheid: Janse is bereid het partijbeleid te veranderen, terwijl Van Steenis aangeeft zijn bestuurlijke taken stop te zetten als het beginsel wordt gewijzigd.

Op inhoudelijk niveau botsen ze over voorbeelden uit de Bijbel, zoals Debora, en de interpretatie van Paulus’ brieven. Janse benadrukt dat Paulus zich niet expliciet op burgerschap richtte en dat in de hedendaagse samenleving mannen en vrouwen complementair zouden moeten samenwerken. Van Steenis blijft vasthouden aan een letterlijke lezing van de scheppingsorde als leidraad voor politieke en maatschappelijke rollen. Ondanks deze fundamentele verschillen verlopen hun gesprekken met respect en erkenning voor elkaars overtuigingen.

Deze interne discussie reflecteert de bredere spanning binnen de SGP tussen behoud van traditionele theologische beginselen en aanpassing aan veranderende maatschappelijke normen, waarbij het vrouwenstandpunt een symbool is van die dynamiek. De uitkomst van het congres kan bepalen of de partij haar koers behoudt of een koerswijziging inzet richting meer gender-inclusiviteit in de politiek.