Schrijver L. Penning streefde naar een Hollands Zuid-Afrika

maandag, 10 november 2025 (15:21) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Louwrens Penning (1854–1927), ooit handelsreiziger uit Gorinchem, verwierf grote bekendheid als schrijver van avontuurlijke romans over de Boeren in Zuid-Afrika. Dr. Cees de Gast (1942–), zelf een regionale historicus uit het Land van Heusden en Altena, heeft recent een biografische bloemlezing samengesteld die Pennings autobiografie Uit mijn leven aanvult, veel van zijn tientallen boeken samenvat en aankondigt dat binnenkort ook Pennings dagboek van zijn reis naar Zuid-Afrika geannoteerd verschijnt.

Penning schilderde de Boeren consequent af als tragische helden die vochten “voor vrijheid en recht”; zijn verontwaardiging over Engelse optreden en zijn vaderlandsliefde maakten zijn verhalen nationaal geladen en beïnvloedden lang het Nederlandse collectieve beeld van de Boerenoorlog. De Gast wijst erop dat Penning daarin vermoedelijk de invloed droeg van gereformeerde voorman Abraham Kuyper, die de Boerenstrijd koppelde aan de Nederlandse opstand tegen Spanje. Die vergelijking gaf Pennings werk een nationalistische inslag en maakte hem tot een veelgelezen kroniekschrijver van de oorlog en haar voorgeschiedenis.

Tegelijkertijd schrijft De Gast dat het merendeel van Pennings oeuvre over Europese gebeurtenissen gaat en dat juist die romans literair waardevol zijn: levendig verteld, vaak spannend tot op de laatste bladzijde en vele malen herdrukt. Pennings drijfveer was een orthodox-protestants historisch gevoel; in zijn werk staan moraalkeuzes, godsvrucht en de strijd tussen onderdrukking en vrijheid centraal. Oorspronkelijk had Penning predikant willen worden, maar gezondheidsproblemen brachten hem tot de pen als medium van prediking.

De biograaf leest Pennings werk ook kritisch met moderne ogen. Veel personages en verhoudingen zijn schematisch: zorgzame moeders, generatiekloof en stereotype tegenstanders (Engelsen of niet-christelijke volkeren) komen regelmatig terug. Sommige uitdrukkingen en typeringen noemt De Gast nu onhoudbaar en tijdgebonden; Pennings geschiedopvatting mist volgens hem de nu gebruikelijke nuancering. Desondanks erkent De Gast Penning vooral als begenadigd verteller: humor, broedertrouw en dramatisch ontsnappen aan Engelse overmacht trokken generaties lezers en maakten hem ook een gevierd spreker — hij kreeg de bijnaam “oubaas Penning”.

Penning bezocht Zuid-Afrika pas in 1922, kort vóór zijn dood, en schreef toen met emotie over de vervulling van een levenswens: “Mijn lievelingswens is thans vervuld; ik ben geweest in de omtrek der beroemde slagvelden…”. De Gast besluit impliciet dat Penning, met zijn sterke nationale en religieuze bril, verrast zou zijn door het moderne Zuid-Afrika — en zet daarmee zijn werk in het licht van veranderde opvattingen over geschiedenis en representatie.