Schrijver Caspar Janssen: Landschaps-bescherming, daar kan zelfs de BBB niet tegen zijn

zaterdag, 25 oktober 2025 (17:34) - Trouw

In dit artikel:

Natuurschrijver Caspar Janssen onderzoekt in zijn nieuwe boek Tussen horst en griend zestig traditionele landschapselementen en brengt ze in beeld voor een modern publiek. Voor een serie in de Volkskrant wandelde hij door Nederland — onder meer door de benedenloop van de Drentsche Aa in Noord-Drenthe en delen van Groningen en Limburg — en trof niet alleen fysieke reliëfs maar ook een verdwijnend taallandschap aan: woorden als voorde, zijl, mais, maden, motte, horst, graft en griend die voor steeds minder mensen nog betekenis hebben.

Janssen trekt steevast met een kenner het veld in — landschapshistoricus Theo Spek en landschapshersteller Jaap Dirkmaat zijn voorbeelden — en combineert hun vakkennis met eigen observaties. Hij legt uit hoe veel van die termen verbonden zijn aan praktische functies: een voorde is een doorwaadbare plek die plaatsnamen als Amersfoort en Coevorden verklaart; een es is een door plaggenbemesting opgeworpen gemeenschappelijke akker; maden zijn afgelegen hooilandjes die via hooiwegen bereikbaar waren; graften in Limburg remden modderstromen en vormden terrassen; houtwallen en elzensingels hielden vee binnen, leverden brand- en bouwhout en bepaalden eeuwenlang het kleinschalige, soortenrijke cultuurlandschap.

Het boek tekent ook een geschiedenis van verlies: sinds de invoering van kunstmest en de schaalvergroting in de landbouw verdwenen honderdduizenden kilometers heggen en hagen, werden bolle akkers geëgaliseerd, holle wegen geasfalteerd en griendcultuur grotendeels verlaten. Janssen wijst erop dat deze elementen niet alleen cultuurhistorische waarden hebben, maar praktische meerwaarde bieden voor biodiversiteit, waterhuishouding en klimaatadaptatie. Hij pleit voor het herstel van landschapselementen in en rond natuurgebieden en landbouwgrond, omdat dat volgens hem meer oplevert voor soortenrijkdom dan een strikte scheiding tussen intensieve landbouw en reserves — en makkelijker politiek draagvlak kan krijgen dan wat soms als 'natuurbescherming' wordt bestempeld.

Tegelijk signaleert hij hoop: projecten die beken weer laten kronkelen, rivierdalen die bij hevige regen weer vollopen, en hernieuwde belangstelling voor wilgenrijshout. Grienden — laag geknotte wilgenbosjes die lange tijd voor manden, oeverbeschoeiing en tal van ambachtelijke toepassingen werden gebruikt — winnen weer terrein omdat rijshout duurzaam is en microplastics problematisch blijken. Moderne oogstmachines maken de oogst efficiënter en economisch haalbaar.

Janssen koppelt zijn wandelingen aan actuele initiatieven, zoals waterschapswerk om landschappen klimaatbestendiger te maken en onderzoek dat de voordelen van heggen voor biodiversiteit en waterberging benadrukt. Zijn conclusie: het oude landschap bevat praktische oplossingen voor hedendaagse problemen, en het terugbrengen of beschermen van traditionele landschapselementen kan zowel natuur als landbouw ten goede komen.