Schoof probeert Kamer gerust te stellen: Nederland wordt niet een oorlog 'in gerommeld'

donderdag, 11 september 2025 (19:19) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

In de Tweede Kamer woedt een felle discussie over de Nederlandse rol in de nasleep van de oorlog in Oekraïne. Tijdens een debat donderdag benadrukte demissionair premier Dick Schoof dat het kabinet formeel niets heeft toegezegd over het leveren van militairen, maar dat Nederland deelneemt aan een ‘bereidwillige internationale coalitie’ die plannen maakt en bereid is een substantiële bijdrage te overwegen aan een eventuele missie over land, zee of in de lucht. Dat standpunt moet in balans blijven met de wisselende opvattingen in de Kamer.

Aan de ene kant dringen partijen als D66 en Volt aan op meer daadkracht, bijvoorbeeld door het instellen van een no-flyzone boven het westen van Oekraïne nu ook het Poolse luchtruim is geschonden. Zij vinden dat Europese landen moeten ingrijpen om het luchtruim te beveiligen en Rusland te laten voelen dat grenzen overschreden zijn. D66-Kamerlid Jan Paternotte pleitte voor een actieve verdediging van Oekraïne.

Aan de andere kant uiten SP, Denk en NSC scepsis en zorgen over een glijdende schaal richting inzet van Nederlandse troepen op de grond. Kamerleden waarschuwen dat voorbereidingen niet moeten leiden tot ongewilde betrokkenheid zonder duidelijk mandaat en rugdekking; NSC-leider Eddy van Hijum verwees expliciet naar lessen uit Srebrenica. Ook het kabinet en sommige fracties (onder meer VVD en GroenLinks/PvdA) vrezen dat een no-flyzone, die alleen effectief is als je die ook bewaakt, kan leiden tot directe confrontaties met Russische vliegtuigen en ongewenste escalatie.

Het kabinet wijst erop dat Nederland al substantieel bijdraagt aan de luchtverdediging van Oekraïne via F-16’s en Patriot-systemen. In het debat werden Nederlandse F-35-piloten geprezen voor hun rol bij het neerhalen van onbemande Russische vliegtuigen die het Poolse luchtruim hadden geschonden. Als reactie op die schending is de Russische ambassadeur in Den Haag op het matje geroepen; minister van Buitenlandse Zaken David van Weel wilde niet wachten op het NAVO-onderzoek en sprak de gezant persoonlijk aan.

Kortom: er is in de Kamer een meerderheid (ongeveer 90 van 150 leden) die openstaat voor deelname aan een missie, maar deelname zal afhangen van de precieze vredesregeling, de operationele voorwaarden en de risicoanalyse. Voorlopig blijft het kabinet vasthouden aan plannen en bereidheid, zonder concrete toezeggingen voor troepen, terwijl internationale (met name Amerikaanse) inzet wordt gezien als cruciaal voor de bewaking van een toekomstig bestand.