Schoof complimenteert Aruba met sluiting raffinaderij - 53 miljoen Nederlands belastinggeld voor 'energietransitie'

zondag, 9 november 2025 (12:37) - Dagelijkse Standaard

In dit artikel:

Premier Dick Schoof prees tijdens een bezoek aan Aruba de beslissing van de regering onder leiding van Mike Eman om de olieraffinaderij te sluiten, en kondigde tegelijk aan dat Nederland 53 miljoen euro beschikbaar stelt om het Arubaanse elektriciteitsnet te versterken zodat er meer zonne- en windenergie kan worden aangesloten. De kern van de kritiek in het origineel is dat Nederland daarmee betaalt voor het afbouwen van een winstgevende, lokale industrie.

De raffinaderij leverde volgens de tekst banen, belastinginkomsten en infrastructuur; de sluiting betekent dus verlies van werkgelegenheid en fiscale opbrengsten en maakt Aruba economisch kwetsbaarder. Tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in grootschalige hernieuwbare projecten die op een klein eiland geconfronteerd worden met praktische problemen: afhankelijkheid van invoer van onderdelen, buitenlandse onderhoudsdeskundigen, corrosie door zout, wisselende opbrengsten bij bewolking of windstilte, en hogere operationele kosten. De schrijver stelt dat deze overgang duur is en dat veel van de kosten uiteindelijk door Nederland worden gedragen.

Schoof gebruikte zijn bezoek ook om te wijzen op de geopolitieke spanningen in het Caribisch gebied; hij benadrukte dat Nederland niet betrokken is bij Amerikaanse militaire acties maar houdt de situatie scherp in de gaten. De commentator meent echter dat de regionale situatie juist onstabieler is geworden door factoren als de spanningen rond Venezuela, migratie en de versterkte Amerikaanse aanwezigheid, en dat Den Haag meer bezig lijkt met het uitdragen van klimaatbeleid dan met het waarborgen van economische en strategische stabiliteit binnen het Koninkrijk.

Samenvattend: het artikel bekritiseert de sluiting van de raffinaderij als een ideologisch gedreven keuze die Aruba’s economie aantast en Nederlandse belastingmiddelen inzet om de gevolgen te mitigeren, terwijl echte zekerheden voor energievoorziening en regionale veiligheid volgens de schrijver onderbelicht blijven.