Scholen mogen homoseksualiteit wel op religieuze gronden veroordelen maar nooit of te nimmer verbieden

dinsdag, 21 oktober 2025 (20:23) - Joop

In dit artikel:

In de aanloop naar de verkiezingen is de vrijheid van onderwijs plots een heet onderwerp geworden: mogen door de overheid bekostigde religieuze scholen leerlingen leren dat God homoseksuele handelingen verbiedt? In die discussie botsen twee grondwettelijke uitgangspunten — artikel 1 (gelijke behandeling) en artikel 23 (onderwijsvrijheid) — en veel partijen en opiniemakers worstelen met hoe die balans eruit moet zien.

De kwestie raakt zowel islamitische als streng-reformatorische scholen; inhoudelijk liggen sommige opvattingen over homoseksualiteit dicht bij elkaar, waardoor christelijke partijen als SGP, CU en CDA zich, net als Denk, genoodzaakt voelen de vrijheid van onderwijs te verdedigen. Tegenstanders van religieuze scholen gebruiken het gelijkheidsargument regelmatig om oprichting of subsidie van met name islamitische scholen te bestrijden.

Historisch verwijst de tekst naar de negentiende-eeuwse schoolstrijd: liberalen pleitten toen voor een neutraal openbaar onderwijs om zelfstandige burgers te vormen, terwijl confessionelen vonden dat vrij onderwijs en levensbeschouwelijke diversiteit juist vrijheid betekenden. Die traditie heeft geleid tot het huidige systeem van bekostigde bijzondere scholen, onder toezicht van de rijkinspectie die kwaliteit en inhoud controleert.

Praktisch betekent dit: scholen mogen religieuze opvattingen uitleggen en bespreekbaar maken, ook wanneer die opvattingen homoseksualiteit veroordelen. Tegelijk moeten zij duidelijk maken dat de staat deze opvatting niet deelt en dat discriminatie en het beperken van rechten van anderen niet is toegestaan. Zodra een school de rechten van homoseksuelen (of andere groepen) actief wil beperken of leerlingen hinderlijk behandelt, overschrijdt zij volgens de auteur de grens en is intrekken van rijksmiddelen een legitiem instrument.

Tot slot wijst de schrijver erop dat andere maatschappelijke dossiers — het toeslagenschandaal, de Groningse gaswinning — niet uit de aandacht mogen verdwijnen en plaatst hij de PVV in de categorie extreemrechts. Er wordt ook verwezen naar een politieke podcast over de verkiezingen.