Schokkende rapporten: hoe de politiek duizenden kwetsbare kinderen keihard in de steek laat
In dit artikel:
Twee inspectierapporten van IGJ en de Inspectie Justitie en Veiligheid stellen dat de jeugdzorg in Nederland na zes jaar geen steek vooruit is gekomen: hulp komt te laat of helemaal niet, en grote groepen kwetsbare kinderen blijven onbeschermd. Volgens de stukken ontbreken structurele verbeteringen omdat het stelsel gefragmenteerd en ondergefinancierd is; verantwoordelijkheden zijn bij gemeenten gelegd zonder voldoende middelen of landelijke regie. Daardoor worden beslissingen vaak door begrotingen in plaats van door hulpvragen bepaald, met geweigerde of afgezwakte zorg tot gevolg. Pleegzorg, jeugdbescherming en reclassering kampen met personeelstekorten en een gebrek aan samenhang, terwijl professionals waarschuwen dat zwaardere interventies nodig zijn.
De kritiek richt zich niet op hulpverleners, maar op de politieke keuzes: decentralisatiebeleid van opeenvolgende kabinetten (genoemd worden de kabinetten-Rutte) en bezuinigingen hebben het systeem verzwakt. De columnist verwijt daarnaast individuen in de politiek van wegkijken of onderlinge strijd in plaats van daadkrachtig ingrijpen (Sigrid Kaag en Dick Schoof worden expliciet genoemd). Er wordt scherp gewezen op prioriteiten die volgens de auteur foutief liggen: grote uitgaven aan andere dossiers zouden niet mogen gaan ten koste van kinderbescherming.
De consequenties zijn ernstig: kinderen belanden in onveilige situaties, lopen langdurige schade op en zien hun toekomst beperkt. De oproep is helder: de overheid moet verantwoordelijkheid nemen, het stelsel adequaat financieren en regie herstellen zodat gemeenten niet langer alleen gelaten worden met een taak waarvoor zij onvoldoende zijn toegerust. De vraag die de stukken en de analyse oproepen is hoeveel rapporten en hoeveel slachtoffers nog nodig zijn voordat er echt wordt ingegrepen.