"Schijn van politieke intimidatie": Mahdi haalt uit naar De Wever na doorsturen mail naar politie, premier noemt beschuldiging "volkomen nonsens"

dinsdag, 16 september 2025 (19:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

CD&V-voorzitter Sammy Mahdi hekelt dat een partijgenoot door premier Bart De Wever bij de politie is gemeld na een boze mail over het Gaza-dossier. Het gaat om Walter Nauwelaerts, een gepensioneerde leerkracht uit Hoboken, die de afgelopen maanden meerdere kritische berichten naar De Wever stuurde; in zijn laatste mail sprak hij scherp over de “achterlijke orthodox‑joodse achterban” van de premier. De Wever gaf de boodschap door aan de politie omdat hij hierin antisemitisme meende te zien. Vorige week kreeg Nauwelaerts een oproep van de politie om zich te verantwoorden voor onder meer belaging, aanzetten tot discriminatie, haat en geweld en overlast via elektronische communicatie.

Nauwelaerts zegt geschrokken te zijn van het onderzoek maar benadrukt dat zijn bedoeling vrije meningsuiting was; hij erkent dat zijn woorden ongenuanceerd waren, maar ontkent ooit tot haat of geweld te hebben opgeroepen en zegt vooral verontwaardigd te zijn over wat hij als genocide en een zwak regeringscompromis ziet. Mahdi erkent de scherpte van de mail, maar vindt politieoptreden onterecht en spreekt van een zaak die “de schijn van politieke intimidatie” heeft; hij waarschuwt dat de ruimte voor debat volgens hem steeds nauwer wordt.

De woordvoerder van premier De Wever, Philippe Kerckaert, noemt de aantijgingen “volkomen nonsens”. Hij legt uit dat medewerkers op uitdrukkelijk verzoek van de politie bedreigingen en haatdragende berichten routinematig doorsturen, zodat de politie autonoom kan beslissen over eventuele opvolging. Volgens Kerckaert bevatte de correspondentie beledigingen richting de Antwerpse joodse gemeenschap en relativeringen van Hamas.

De zaak illustreert de aanhoudende spanning tussen bescherming tegen haatspraak en het bewaren van ruimte voor felle politieke kritiek in België, en roept vragen op over waar de grens tussen vrije meningsuiting en strafbare uitlatingen moet liggen.