Scherp luisteren naar drie podcasts
In dit artikel:
Domein voor Kunstkritiek en het Podcastnetwerk organiseerden het schrijflab Van A naar B naar Podcast (publicatiedatum 26 november 2025), waarin schrijvers onderzochten hoe vormexperimenten de podcast veranderen en welke morele vragen spelen wanneer je vertelt over het leven van anderen. Drie bijdragen – van Jam van der Aa, Ignace Schoot en (genoemd) Simone Wegman – bespreken concrete podcastvoorbeelden en persoonlijke praktijkervaringen om te laten zien hoe montage, geluid en vertelpositie de betekenis van een audiowerk bepalen.
Jam van der Aa beschrijft haar ervaring met Mitra Kaboli’s tiendelige serie Welcome to Provincetown. Toen ze de serie drie jaar eerder half luisterde, miste ze de aandacht om erin te zakken; later, als maker en luisteraar met meer tijd, raakte ze volledig gegrepen. Kaboli bouwt een zes uur durend verhaal uit honderden uren veldopnamen en maakt er een ogenschijnlijk vloeiend geheel van: zorgvuldig gekozen geluiden van straatleven, optredens, gesprekken en zeegeluiden vormen het grootste deel van het sounddesign, terwijl muziek spaarzaam wordt ingezet. Die ‘close-up- en tracking’-montage creëert cinema-achtige scènes die de luisteraar direct in het stadje en bij individuele personages plaatsen. De serie gaat minder over een dramatische plot en meer over mensen in overgang – dragartiesten, kunstenaars en jonge queers – die zoeken naar verbondenheid, betekenis en ouder worden buiten heteronormatieve kaders. Kaboli laat ook haar eigen zoektocht naar identiteit subtiel doorklinken; door haar aanwezigheid als verteller ontstaat empathie en een gedeeld zoeken. Van der Aa betoogt dat zulke keuzes – wat je opneemt, wat je wegsnijdt, hoe je jezelf positioneert – bepalen of een plek als Provincetown voor een luisteraar tot leven komt.
Ignace Schoot reflecteert op de rol van geluid zelf. Hij groeide op zonder radio en ontwikkelde een scherp oor voor de directe omgeving; als luisteraar stoort hem het ontbreken van werkelijk betekenisvolle ambientgeluiden in veel podcasts. Veel producties streven naar ‘schone’ opnamen en vullen de leegte met bestaande muziek of gekunstelde geluidseffecten, wat volgens hem vaak het auditieve verbeelden belemmert. Schoot prijst projecten die wél met veldopnamen werken – zoals A Cow a Day en Field Recordings – omdat die de ruimte en lagen van een plek tonen en zo een andere toegang tot beleving creëren dan narratieve montage alleen. Hij beschrijft methoden om een audiowereld te betreden: ter plaatse luisteren, geluiden verzamelen, patronen zoeken en selecteren. Ook doet hij verslag van een bezoek aan een dode kamer (anechoïsche ruimte) waarin het ‘schone’ geluid en het ontbreken van omgevingsruis hem bewust maken van wat er verloren gaat wanneer podcasts te veel naar steriliteit streven. Zijn betoog is praktisch en esthetisch: het herkennen en gebruiken van echte omgevingsgeluiden kan verhalen verdiepen en luisteraars anders bij een plek betrekken dan puur verbale reconstructie.
In een tweede bijdrage van Jam van der Aa staat de podcast 💙❤️🦆 van Daan Windhorst centraal — een persoonlijke, associatieve reeks afleveringen waarin steeds een emoji als vertrekpunt dient. Windhorst mixt microcultuur, popreferenties en persoonlijke zijsporen met onderzoek en politieke ergernis. De aflevering over de duif (symbool voor vrede) escaleert naar een verhandeling over bomenplantacties door onder meer het Joods Nationaal Fonds, de ontginning van Palestijnse landbouwgrond en de Nederlandse politiek; Windhorst verwoordt een proces van ontgoocheling dat hij omschrijft als vorm van radicalisering. Van der Aa plaatst Windhorsts emotionele en morele verontwaardiging naast een breed historisch en cultureel onderzoek: van Picasso’s vredesduif tot morele ontwikkelingsmodellen en hedendaagse geopolitieke kritiek. De aflevering illustreert hoe een ogenschijnlijk onschuldig symbool via audio kan worden opgewerkt tot een complex, polemisch essay dat persoonlijke gevoelens verbindt met feiten, bronnen en ideologische reflectie. Windhorsts stijl is fragmentarisch en soms moraliserend; toch werkt de podcast juist doordat hij zijn generatie en verontwaardiging hoorbaar maakt en zo luisteraars uitnodigt om politieke urgentie te voelen.
Overkoepelend laten de bijdragen zien dat de vormkeuzes in podcasts – montage, gebruik van veldopnamen, afwezigheid of aanwezigheid van muziek, en de positie van de maker – direct invloed hebben op hoe een verhaal overkomt en welke ethische problemen opdoemen. Belangrijke lessen uit het lab en de teksten:
- Aandacht is een voorwaarde: dezelfde serie kan afhaken of ontroeren afhankelijk van de luistercontext en de bereidheid om geconcentreerd te luisteren.
- Geluidsperspectief is ethiek: wie en wat je opneemt, hoe je het monteert en in welke mate jijzelf als maker aanwezig bent, beïnvloedt representatie en verantwoordelijkheid ten opzichte van geportretteerden.
- Field recordings en ‘ruwe’ geluiden bieden een andere, vaak rijkere toegang tot een plek dan gedwongen sterile opnamen of clichématige muziekbedjes.
- Podcasts kunnen esthetisch experiment en politieke reflectie combineren; symbolen en kleine vormen (zoals een emoji) zijn vruchtbaar om grotere kwesties te ontleden, maar dat roept ook vragen op over nuance en radicalisering.
Hoewel Simone Wegman als deelnemer wordt genoemd, is haar bijdrage in deze tekst niet opgenomen; desalniettemin weerspiegelt het lab de groeiende belangstelling binnen literaire en geluidspraktijken om de grenzen van podcastvorm en representatie op te zoeken. Voor wie zelf met audioproducties werkt of ernaar luistert: let op de keuze voor geluid, bewaak de relatie tot de geportretteerden en realiseer je dat vormexperimenten niet alleen stijl zijn, maar ook instrumenten van betekenisgeving en politieke positie.