Scheidsrechtersbaas Van Meenen erkent fouten: 'Te vaak in nieuws geweest'
In dit artikel:
Raymond van Meenen, manager scheidsrechterszaken betaald voetbal bij de KNVB en zelf een 51‑jarige oud‑scheidsrechter, heeft op NPO Radio 1 (Langs de Lijn En Omstreken) gereageerd op een reeks omstreden beslissingen van Nederlandse arbiterkorpsen. Hij erkent dat het scheidsrechtersjaar wisselend verliep: het eerste blok tot aan de interlandperiode ging goed, maar daarna stonden officials te vaak negatief in de schijnwerpers.
Van Meenen zegt dat de VAR soms kansen liet liggen om scheidsrechters te corrigeren: dat slaat slecht. Hij wil echter niet concluderen dat er nu structureel meer grote fouten worden gemaakt dan vroeger; ook in zijn actieve tijd kwamen periodes met meerdere missers voor. Elke wedstrijd wordt volgens hem wel achteraf beoordeeld en zowel de scheidsrechters als de KNVB zijn kritisch op het eigen optreden.
Als voorbeelden noemt hij concrete beslissingen: de tweede gele kaart voor Hristiyan Petrov (Feyenoord–sc Heerenveen) die volgens hem geen overtreding was, de discutabele strafschop voor FC Twente tegen NAC Breda waarbij de VAR volgens Van Meenen wél gelijk had kunnen krijgen, en het toestaan van een treffer van FC Groningen tegen Telstar waarbij duwen overgeslagen werd.
Hij benadrukt dat scheidsrechters in een wedstrijd gemiddeld 200–250 beslissingen nemen en dat het er vooral één of twee zijn — zoals een rode kaart of een penalty — die het verloop van een wedstrijd bepalen. De KNVB wil voorkomen dat juist die beslissingen fout gaan, omdat ze grote invloed hebben op competitiemomenten en publieke opinie.