Schandaal in Zuid-Holland: FVD mag woord "smeergeld" niet zeggen terwijl provincie boeren omkoopt voor windturbines
In dit artikel:
In de Provinciale Staten van Zuid-Holland ontstond recent commotie toen FVD-commissielid Seppe Bakker het woord "smeergeld" gebruikte tijdens een commissievergadering. Aanleiding was een inspreekronde van een boer die vertelde dat hij jaarlijks een forse vergoeding ontvangt van de provincie om windturbines op zijn land toe te staan. Bakker noemde die betalingen bij de naam, waarop andere aanwezigen scherp reageerden en zijn woordgebruik afkeurden — volgens de auteur zonder concreet uit te leggen waarom het onaanvaardbaar zou zijn.
Het incident speelt zich af tegen de bredere achtergrond van het Nederlandse klimaat- en ruimtelijke ordeningsbeleid: provincies willen windenergie en bieden grondbezitters financiële prikkels om turbines te faciliteren. De schrijver betoogt dat veel boeren die vergoedingen niet uit vrije keus accepteren, omdat turbines het landschap aantasten, geluidsoverlast veroorzaken en druk op gemeenschappen zetten. In die optiek zijn de vergoedingen geen neutrale stimuleringsmaatregel maar een middel om tegen de wil in medewerking af te dwingen — kortweg een vorm van omkoping, aldus de kritiek.
De auteur ziet in de reactie op Bakker een symptoom: vrijheid van meningsuiting zou selectief gehandhaafd worden, en volksvertegenwoordigers die harde taal gebruiken om beleid te typeren, worden de mond gesnoerd. Dat wordt geïnterpreteerd als censuur en als onderdeel van een politiek theater waarin de werkelijkheid van dwang en financiële prikkels verborgen moet blijven om draagvlak te behouden. De zaak in Zuid-Holland wordt gepresenteerd als illustratie van een groter probleem: de industrialisering van landbouwgrond voor klimaatprojecten, gesteund met subsidies en compensaties, terwijl kritische termen niet mogen worden uitgesproken.
Kortom: de confrontatie over één woord dient volgens de schrijver als venster op discussies over legitimiteit, transparantie en de manier waarop overheid en politiek de energietransitie bewerkstelligen.