Schaatsers moeten olympische tickets veiligstellen, spanning op lange afstanden
In dit artikel:
Nederlandse schaatsploeg reist naar de World Cup in Hamar met de opdracht om het maximaal aantal olympische startplaatsen voor Milaan veilig te stellen. Het toernooi in het Vikingskipet, dat vrijdag om 18.30 uur begint en doorloopt tot zondag, is de laatste World Cup die meetelt voor de kwalificatie naar de Olympische Winterspelen. De quota worden bepaald op basis van de wereldbekerklasseringen; collectieve prestaties in Hamar zijn daarom cruciaal.
Joy Beune kan de 3.000 meter zaterdag overslaan: zij won al in Salt Lake City en Calgary en voert het klassement lange afstanden aan, waardoor haar aanwezigheid niet nodig is. Andere Nederlandse vrouwen — Bente Kerkhoff, Marijke Groenewoud en Sanne in ’t Hof — moeten wel rijden om de drie en vijf kilometer-tickets definitief te bewerkstelligen.
Bij de mannen ligt veel van de druk bij Jorrit Bergsma, Chris Huizinga en Beau Snellink; zij verschijnen zaterdag in de A-groep op de 5.000 meter omdat Nederland drie plekken op de vijf kilometer en twee op de tien kilometer alleen verwerft als voldoende renners hoog in de eindstand staan. Momenteel staan Bergsma en Snellink nipt aan de goede kant van de grens (respectievelijk tweede en derde Nederlander op plek 8 en 14), terwijl de vrouwen iets meer marge hebben met Kerkhoff op de negende positie en Groenewoud en In ’t Hof rond plek 11–12.
Enkele afstanden zijn vrijwel zeker veilig; op de lange afstanden zijn de verschillen echter klein — een mislukte race, val of diskwalificatie in Hamar kan direct een olympisch startbewijs kosten.