's Ochtends eerder licht en 's avonds eerder lampen aan: wintertijd ingegaan

In dit artikel:

In de nacht van zaterdag op zondag is in Nederland de klok om 3.00 uur teruggezet naar 2.00 uur: de wintertijd is weer ingegaan. Dat betekent dat het ’s ochtends eerder licht wordt en het ’s avonds vroeger donker, en deze standaardtijd blijft van kracht tot het laatste weekend van maart, wanneer de zomertijd terugkeert.

Zomertijd bestaat in Nederland sinds 1977 om het daglicht beter te laten samenvallen met de uren waarop de meeste mensen wakker zijn, met als beoogd voordeel minder avondverlichting en energiebesparing – al staat de feitelijke opbrengst daarvan ter discussie. De wisseling tussen zomer- en wintertijd wordt sinds 1980 op EU-niveau geregeld; in 2018 stelde de Europese Commissie voor te stoppen met de tweemaal-jaarlijkse klokverzetting, maar lidstaten zoals Nederland stelden besluitvorming uit.

Recent mengde de Spaanse premier Pedro Sánchez zich weer in de discussie door op X te pleiten voor hervatting van het debat over afschaffing van de zomer- en wintertijd. Nederland geeft aan de voorkeur te hebben voor dezelfde tijdsregeling als buurlanden en vraagt de Europese Commissie om een steviger onderbouwde afweging van de voor- en nadelen, waarbij ook zorgen over de negatieve effecten van tijdwisselingen op het bioritme van mensen meegewogen moeten worden.