Russen voelen Oekraïense aanvallen in portemonnee: 'Voelt alsof tank van mijn auto groter is geworden'
In dit artikel:
In heel Rusland zijn de brandstofprijzen de afgelopen weken sterk opgelopen nadat Oekraïne deze zomer zijn aanvallen op Russische olieraffinaderijen heeft opgevoerd. De literprijs steeg in korte tijd van ongeveer 55–65 roebel naar bijna 80 roebel, een toename van ruim 45 procent volgens mensen op straat. In Zuid-Rusland (Rostov aan de Don) zegt Doenja dat ze haar auto bewust vaker laat staan; in Moskou wisselde Vanja zijn benzineauto al in voor diesel.
Oekraïense drones hebben volgens berekeningen van persbureau Reuters de raffinagecapaciteit van Rusland met circa 17 procent verminderd — grofweg 1,1 miljoen vaten per dag — doordat minstens vijf raffinaderijen geheel of deels buiten werking zijn gesteld. Recente aanvallen raakten onder meer een Gazprom-raffinaderij in Basjkirostan en een complex in Krasnodar, beide meermaals binnen één week geraakt, soms op meer dan duizend kilometer van de frontlinie. Daarmee tonen de acties dat Oekraïne bewust de brandstoftoevoer probeert te ontregelen om de Russische oorlogsinspanning te treffen.
Het effect op de binnenlandse markt is zichtbaar: tankstations voeren in meerdere regio’s limieten in (10–20 liter per persoon), tientallen tot honderden pompen zijn gesloten — in het zuiden zouden circa 360 tankstations dicht zijn en op de Krim bijna de helft. De Russische staat en lokale bestuurders vermijden het woord "Oekraïne" en geven het probleem eufemistisch weer als een afname van productievolumes. Tegelijk verlengt de regering het uitvoerverbod op benzine en diesel tot het einde van het jaar, een maatregel die al eerder alleen voor augustus en september gold.
De prijsstijging valt samen met bredere economische pijn: consumenten ervaren hogere inflatie en duurdere boodschappen. Critici leggen de schuld vooral bij de enorme oorlogsbestedingen van het Kremlin en bij interne corruptie, niet uitsluitend bij westerse sancties. Financiële nood bij de staat leidt volgens tegenstanders tot nieuwe heffingen; het ministerie van Financiën stelde recent voor het btw-tarief volgend jaar van 20 naar 22 procent te verhogen om extra inkomsten van ongeveer 1,3 biljoen roebel (rond 13,3 miljard euro) te genereren — geld dat vermoedelijk in de begroting voor de oorlog terechtkomt.
Kortom: de combinatie van gerichte Oekraïense aanvallen op infrastructuur en Russische beleidsreacties zorgt voor acute tekorten en prijsdruk in een land dat rijk is aan energie, maar waarvan burgers nu direct de economische gevolgen van de oorlog voelen.