Rusland voert druk op Westen op
In dit artikel:
Een goederentreinmachinist ontdekte zondag dat het spoor van Warschau naar Oekraïne door explosieven was beschadigd; enkele uren later bleek elders langs dezelfde verbinding een deel van de bovenleiding te ontbreken. Door snel remmen werd een ramp met een trein met circa 500 reizigers voorkomen. Polen noemt de incidenten staats-terrorisme en verdenkt twee Oekraïners, die volgens Warschau banden hadden met de Russische inlichtingendienst; zij zijn via Wit‑Rusland gevlucht.
Als reactie beperkt Polen de Russische diplomatieke aanwezigheid tot de ambassade in Warschau (de consulaten in Krakau en Wrocław waren al gesloten) en kondigde de regering aan dat vanaf vrijdag 10.000 militairen worden ingezet om vitale infrastructuur te beveiligen. Warschau roept andere EU-landen op de bewegingsvrijheid van Russische diplomaten in het Schengengebied te beperken. Moskou ontkent betrokkenheid en liet het laatste Poolse consulaat in Rusland sluiten.
De gebeurtenissen worden geplaatst in een breder patroon van Russische hybride acties in Europa: waar eerst desinformatie en invloedcampagnes op de voorgrond stonden, zouden die nu escaleren naar sabotage en het gebruik van drones om angst te zaaien. Polen, als oostflank van de NAVO en belangrijk logistiek knooppunt voor wapen- en hulptransporten naar Oekraïne, wordt hierdoor extra kwetsbaar en een aantrekkelijk doelwit. Bovendien spelen binnenlandse spanningen mee; Rusland zou via tussenpersonen proberen anti‑Oekraïense sentimenten in Polen te versterken.
Het artikel concludeert dat het Westen Polen stevig moet ondersteunen en zich niet door deze escalatie mag laten afschrikken.