Rusland levert geen enkel bewijs voor Oekraïense aanval op woning Poetin

In dit artikel:

De Russische regering zei dat zij geen bewijsmateriaal zal vrijgeven voor een door Moskou geclaimde aanval op een buitenverblijf van president Poetin in Novgorod. Minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov verklaarde gisteren tijdens vredesgesprekken dat Oekraïne het verblijf met 91 drones zou hebben bestookt, die volgens Rusland allemaal neergeschoten zouden zijn.

Poetins woordvoerder Dmitri Peskov weigerde stukken wrakmateriaal of andere fysieke aanwijzingen te tonen en noemde het verzoek om bewijs een zaak voor het leger: "kwestie voor ons leger", aldus Peskov. Hij gaf ook niet aan waar Poetin zich op dat moment bevond, en zei dat zulke details gezien de actuele situatie niet openbaar gemaakt moesten worden.

In Kiev werd de beschuldiging scherp van de hand gewezen. President Volodymyr Zelensky noemde de aantijging een "complete leugen" en zag het als een poging van Rusland om de onderhandelingen te ondermijnen, juist kort nadat Moskou een grootschalige aanval op Kiev had uitgevoerd. Buitenlandminister Andrii Sybih zei dat er geen geloofwaardig bewijs is en dat er ook geen zal komen omdat die aanval niet heeft plaatsgevonden.

Het Kremlin reageerde andersom door te stellen dat het incident Rusland in een sterkere onderhandelingspositie stelt en Oekraïne zou proberen de vredesbesprekingen te torpederen. Lokale media deelden beelden van de vermeende aanval, maar onafhankelijke bevestiging ontbreekt. De zaak past in een bredere context van informatieoorlogvoering waarbij aantijgingen over en weer de diplomatie en het publieke debat beïnvloeden.