Ruim een derde minder jongeren naar Halt in tien jaar tijd
In dit artikel:
In 2024 zijn 10,5 duizend 12- tot 18-jarigen naar Halt doorverwezen, ruim 6 duizend minder dan in 2014, maar het aantal is sinds 2021 min of meer stabiel op circa 10 duizend per jaar, meldt het CBS. Ongeveer de helft van die jongeren kwam bij Halt terecht na het plegen van een misdrijf, de andere helft na een overtreding; de meeste zaken betreffen leerplichtovertredingen en vermogensmisdrijven, al komen die minder vaak voor dan tien jaar geleden. Sinds 2021 is er een lichte toename zichtbaar bij zaken rond vuurwerk en bij leerplichtverlening.
Wat onderwijsachtergrond betreft krijgen vmbo‑leerlingen het vaakst een Halt‑interventie in absolute aantallen (3,3 duizend), gevolgd door mbo (2,8 duizend) en havo/vwo (2,3 duizend). Relatief gezien zijn de hoogste doorverwijzingspercentages te vinden in het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs; havo/vwo‑leerlingen worden juist het minst vaak naar Halt gestuurd. Drie kwart van de Halt‑jongeren zijn jongens, een patroon dat al jaren overeenkomt met de verdeling bij politie‑registraties van jeugdige verdachten.
Leeftijdsgewijs springt 15 uit als meest getroffen groep; daarnaast werden 570 twaalfjarigen naar Halt verwezen, ongeveer 400 minder dan tien jaar eerder. Regionaal scoren Tilburg, ’s‑Hertogenbosch, Breda en Eindhoven relatief hoog qua aantal Halt‑jongeren per inwoner; Leiden heeft ook veel dossiers, terwijl Ede en Zwolle relatief weinig doorverwijzingen kennen. Van de vier grote steden heeft Utrecht met 63 per 10 duizend de laagste verhouding.